i
172
HET HAAGSCHE HEEltENBOEKJE VOOK 1715.
hier
adel
een
aan
Van Dorp onder dezen nieuwen Hollandschen
te treffenimmers toen reeds zijn voorzaat
Dirc Drossaet een man van gezag was, was Delfland
nog een moeras, en de opneming van den lieer van
Maasdam onder de Edelen geschiedde eerst na den
aankoop van dit leengoed in 1663 door Mr. Frederik
van Dorp, die lid was van den Hove van Holland en
eene plaats innam op denzelfden rechterstoel door den
grooten Bijnkershoek, zoon van een zeilmaker te Middel
burg bekleed. De laatstvermelde edelman was een afstam
meling eener bijzit van Hertog Aelbrecht. Nu mag de
legitimatie dezer bastaardij voldoende zijn voor de
kleine eischen eener inschikkelijke zedenleer, het trekt
toch de aandacht, dat het Eerste Lid der Staten van
Holland moest gerekruteerd worden uit het soort,
waartoe de kinderen behooren van Maria van Bronkhorst,
Aleida van Poelgeest, Margaretha van Mechelen, en
wie al verder op deze breede zondenlijst behooren
geplaatst te worden.
Het tweede lid der Statenvergadering, bestond uit
de afgevaardigden der stedelijke regeeringenzij
brachten hun pensionaris mee. die hun mond was,
gelijk het heette. De heeren hielden zich stil, hun
woordvoerder zeide, wat hem opgedragen werd, er
werd door de heeren gestemdde Raadpensionaris
telde de instemming of verwerping van het voorge
stelde op, en het besluit werd ingeschreven in het
resolutieboek. Eigenlijke notulen waren onnoodig en er
werd niet lang gesproken de Vaderen waren menschen
die gaarne de zaken afdeden, zoo spoedig ais de last
geving en de aard van het onderwerp toelieten; de
lust tot spreken dagteekent van de Bataafsche Repu
bliek, waarin het oude talent van besluiten en uit-