HET HAAGSCHE HEEHENBOEKJE VOOR 1715.
173
voeren vervangen werd door praten en niets doen
waar men zich oefende in snedige redeneeringen en
spitsvondige gevatheden, doch telkens het punt van.
overweging uit het oog verloor door op de bijzonder
heden te letten. De leden zullen het wel in hun macht
gehad hebben om ’s lands welzijn niet weg te schenken
aan de praatziekte van hun pensionaris, maar de
geschiedvorscher zoekt vergeefs naar de betoogen dezer
meestal bekwame woordvoerders om een voorstel te
doen aannemen of te verwerpen.
Wij willen de Resolution van Holland eens even
raadplegen om den om vang te leeren kennen der werk
zaamheid van Hun Edel Grootmogenden, gedurende
het tijdvak, waarover ons boekje loopt in 1714 en
1715, gerekend van en tot Sint-Catharina.
De Staten hadden gezette tijden voor hunne bijeen
komsten, omdat de gewone werkzaamheden en be
sluiten van dit lichaam tegen bepaalde tijden moesten
gedaan en genomen zijnvandaar, dat zij in den regel
bijeen kwamen in Maart, Juli, September en November
eiken keer een dag of tien, van Dinsdag tot Zaterdag,,
en voor den middag van iederen dag, omdat sommige
leden nog in andere vergaderingen te doen hadden,
en de Raadpensionaris van het Land en de pensio
narissen der steden ook daarbij tegenwoordig moesten
zijn. In de praktijk evenwel, week men van de ge
melde vergadertijden af, zoodat wij in ’t kort uit de
Staten-resolutiën willen vernemen, hoe het plaats had
in 1714 1715. Kort na St. Catharina werden de
Heeren (door de Gecommitteerde Raden) beschreven,
zij hielden zitting van 5— 15 December (1714) en
„scheidden daarna op reces”; den daartusschen vallenden
Zondag en Maandag vergaderden zij niet. Zon- en