178
HET HAAGSCHE HEEKEKBOEKJE VOOR 1715.
placht te zijn met de betiteling van lijken, hoezeer
hij met den tijd was meegegaan. Als een bewijs, dat
hij voor de gelijkheid was, luidde de inschrijving der
begrafenis eenvoudig: Jan Lodewijk Haganus van
Wassenaar.
Er waren drie burgemeesters, en aan de zeven
schepenen was als achtste lid een parochiaan, van
Scheveningen toegevoegd. Dit was sedert onheugelijke
tijden de gewoonte, en de Scheveningers kenmerken
zich door hunne veeljarige ambtsbekleeding.
De eerste burgemeester want zoo luidde zijn
titel was voor dit jaar Mr. Johan Dedel. wiens
geslacht, reeds in de familie van Cats werkzaam en
daaraan verwant, door verdienste tot hoog aanzien
kwam en in onzen tijd geadeld werd. Dedel was in
1672 door den Prins in de regeering gebracht en
overleed, na onafgebroken daarin zitting gehad te
hebben in 1715, het jaar, waarover ons boekje liep.
Hij is niet het eenige voorbeeld eener lange ambts
bekleeding regeeringsleden vielen zelden uitsoms
werden zij tot andere betrekkingen geroepen, maar
het was een spreekwoord: Eens burgemeester blijft
burgemeester. Wat er nog soms moge uitgelekt zijn
van vreemde dingen, die een ..electie’’ voorafgingen,
de keurdag bracht zelden verrassingen mede en de
organisatie was van zoodanigen aard, dat de herbe
noeming niet afhing van den wuften zin, dien de
tijdelijke belangstelling in openbare aangelegenheden
opwekt. De Heeren maakten, alles in goede harmo
nie”, een dubbeltal op en de Stadhouder of de Staten
deden de keuze.
Wie zulke regeeringslijsten leest, moet bemerken,
dat hij zich in een kring beweegt, die zekere besten-