179 HET HAAGSCHE HEEEENBOEKJE VOOR 1715. digheid heeft, als de dood er zich niet inmengt, hoe wel die burgemeesters vrij oud werden. Wil men verder trachten achter de schermen gluren, dan be vindt men, dat het regeeringswerktuig een overkunstig raderwerk geweest is, welks beschouwing wel in staat is een helder hoofd te verbijsteren. Met de beide andere burgemeesters Mr. Paulus van Assendelft en Mr. Adriaan van Spierinxhoek, zijn wij niet geheel onbekendzij behoorden tot Delftsche ge slachten, en waren voorlang werkzaam bij de vorste lijke domeingoederen. Beiden overleden in 1729 en hadden achtereenvolgens 48 en 31 dienstjaren. De ■opvolger van Dedel was Willem Comans, die van 1705 tot aan zijn dood in 1718 zitting had. In tegen stelling met hetgeen wij van de regeering der Hof plaats in hare opkomst vernemen, zien wij, dat het burgemeesterschap nu niet meer wordt vervuld door een welgesteld burgerman, die een bedrijf uitoefent, ■een deftigen lakenkooper of een kloeken waard, maar dat dit als eereambt is opgedragen aan een welvaren den rentenier van meer of minder goeden huize, zooals de achttiende eeuw daarvan ruim voorzien was. Het is, alsof de schepenlijst ons nader brengt tot familiën, wier historische beteekenis toeneemt. De Haagsche Schepenbank was niet, evenals die van eene stemhebbende stad, een middel om tot eene landsbe trekking te geraken, maar zij was eene oefenschool voor velen, die daarin bovendien bekendheid konden verwerven onder invloed hebbende stadgenooten, welke over plaatsen en rangen te beschikken hadden. Het ambt was in aanzienmenig jonkman van goede studie en aanbevelenswaardig door zijne verwantschap, opende daarmede zijne openbare loopbaan. Al kon

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 332