HET HAAGSCHE HEEBENBOEKJE VOOB 1715.
185
16921737 zitting in had, werd in de plaats
zijn gelijknamigen vader, commies bij de Finan-
i van Holland. Het is eenigszins opmerkelijk, dat
eene staatsregeling, die de survivance der ambtenaren
van
van
tien
bij
streng verbood, toch de opvolging vaak doet denken
aan de erfelijkheid der bedieningen. Hendrik van
Heteren behoorde mede tot die bevoorrechten, daar
hij in 1697 zijn vader verving, in de vroedschap
namelijk, want die vader zelf is van elders bekend
als kamerbewaarder der Staten-Generaal. Alleen de
genen, welke de overeenstemmende en door dezelfde
namen aangeduide dingen van voorheen en thans een
voudig zonder nader onderzoek aan elkander gelijk
stellen, vinden dit een fatsoenlijk heerenknechtsbaantje.
Maar de kamerbewaarder van een achtbaar, en zelfs
in dit geval zeer aanzienlijk lichaam bekleedde een
post van groot vertrouwen en had eene goede be
zoldiging; althans hij ontving uit zijne betrekking,
zooals dat luidde, datgene, „wat er toe stond”, en
aldus werd hij een welgesteld man. Ieder kent den
grooten Leeuwenhoek, den kamerbewaarder der Delft-
sche Schepenen, en heeft gelezen van zijne nog vaak
bewonderde woning en van zijne kostbare studiën in
de natuurwetenschappen. Daarom is het niet vreemd,
dat de naam Van Heteren, evenals die van Van Neck,
is opgenomen in dien van aanzienlijke geslachten.
Leonard Scheltus, in 1716 vervangen door zijn even-
zoo gedoopten zoon, was van eene familie, die in de
geschiedenis van onzen boekhandel geen geringe be-
teekenis heeft. Zij drukten niet alleen en gaven niet
slechts uit, maar het bekende Hollandsche Placcaat-
boek is door de zorg van eenige barer leden tot eene
voltooiing genaderd, welke deze verzameling tot een