HET HAAGSCHE HEERENBOEKJE VOOR 1715.
187
dat
Volgens- de lijsten, die men had van de voorgangers
dengenen, die in 1715 dienden, kan men nagaan, dat
deze heeren gedurende meer dan twee eeuwen genomen
werden uit dezelfde omgeving als die van den Ma
gistraat, en dat er zelfs leden uit de Regeering toe
behoord hebben. De eerste van hen was Mr. Johan
Emants, essayèur-generaal der muntkamerzijne mede
leden heetten Mr. Pieter van Wouw en Nicolaas van
der Beek, weldra overleden, en de Secretaris Mr. Pieter
Brandt met den Ontvanger van den 200sten penning
Mr. Johan Stenis, die daardoor in den ganschen Haag
als de Ontvanger Stenis bekend was, en menige reke
ning heeft nagelaten, welke voor het onderzoek eene
blijvende waarde hebben.
Deze jaargang van het „Bericht” heeft nog niet,
wat later daarin werd opgenomen en er ook in behoort
vermeld te staan; zooals: de regenten der verschillende
liefdadige instellingen, met de dames-regentessen,
waardoor wij een vrij uitgebreiden kring zouden leeren
kennen, die tot de geachte en gegoede familiën be
hoorden, die destijds gaarne eene „qualiteit” bezaten.
Ook ontbreken de kerkeraden. want gedurende een
lang tijdvak werd het eene begeerlijke onderscheiding
geacht daarin zitting te nemen, zelfs nadat, met de
oude Republiek, de verhouding der Kerk tot den Staat
tot de geringste afmetingen was teruggebracht.
Ofschoon de bevolking van Den Haag door de in
stelling en de ontwikkeling der Sociëteit eene onder
ling verschillende rechtsbedoeling bleef handhaven,
had de weldadige invloed dezer instelling daar een
geheel doen ontstaan, dat al het uiterlijk had eener
enkele gemeente en veel bevat van hetgeen in de
stemhebbende steden bestond, zooals bij de voor-