195 SCHEVENINGEN EN ZIJNE ZEERAMPEN. rampen waren echter kinderspel bij „de en gevaarlijkste vloed van alle die is overgekomen”., en wel op Aller- het jaar 1570, juist een eeuw on- van het dorp met i) In J. H. Hering* Tafereel van de harde winters, 1784, wordt in een noot op bladz. 173 gezegd: „zedert 250 jaaren liggen twee na elkander gebouwde kerken te Schevelinge in zee begraven en de tegenwoordige derde, toen vrij ver van strand af geplaatst, paalt thans door de menigvuldige afspoelingen, van tijd tot tijd wederom dicht aan zee. Zelfs wordt ondersteld dat dit Dorp, in vroeger eeuwen, ruim 2 uren verder zeewaarts uitgestrekt geweest is. De schrijver verwijst voor een en ander naar zijne bespiegelingen^ over de waters- nooden van 1775 en 1776. en naar het werkjeBeschr. v. h. Oude Batavische Zeestrand. Den Haag, 1753. „winter van den jaare 1551 ondergaan, ja hun Dorp „wierd ter zelver tijd daar door zoodanig aangetast, „dat de buuren meer dan 40 huizen verlooren”. Die stormen hadden plaats op 19 Dec. 1550, en 12 en 13 Januari, en 15 en 16 Februari van ’tjaar daaropvolgende. A1 deze „schrikkelijkste „ooit Schevelinge is overgekomen”, heiligen dag van geveer, nadat het grootste gedeelte de kerk was weggespoeld. Nu bleef de kerk, welke sedert herbouwd was, en tot op onzen tijd wind en weder heeft getrotseerd, staan, maar het gansche strand, en het gedeelte dorp vóór de kerk werd van gedaante veranderd. De huizen, welke eerst aan den zeekant, en tusschen de zee en de kerk stonden, werden weggespoeld of vernield, zoodat de kerk buiten het dorp aan de strand zijde kwam te staan. Men was er zelfs op bedacht om haar te verplaatsen, meer landwaarts in, maar dit geschiedde niet, en dank zij de krachtige maatregelen welke werden genomen om de zeeweringen te versterken, en dank zij vooral,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 349