209
14
en de derde het
het grootst aantal slachtoffers
na zijn dood
EENE EPIDEMIE IN DE 16e EEUW.
Zie o. a. Harm. Reilingh. Geschiedkundige beschouwing der in
de prov. Groningen epidemisch geheerscht hebbende tusschenpoozende
koortsen sedert de 11e eeuw. (Academ. Proefschrift) p. 32.
2) Geschichte der Medicin., Bd. III. p. 338.
3) Zie Ch. G. Gruner’s „Scriptores de Sudore Anglico”
uitgegeven door H. Haeser. p. 282.
4i H. F. Thijssen. Geschiedkundige beschouwing der ziekten in de
Nederlanden, p. 214.
wij weten slechts, dat de eerste
hevigst woedden en
maakten.
Bij haar eerste optreden bleef nauwelijks het honderd
ste. deel van de aangetasten in het leven. Het verloop
der ziekte was uiterst snel: binnen 2 of 3 uren be
slissend. Zoo ook bij hare derde verschijning, die
nog veel meer slachtoffers maakteop enkele plaatsen
stierf een derde, tot zelfs de helft der inwoners.
De oude schrijvers beschouwen de zweetziekte niet
als een afzonderlijken ziektevorm, doch als eene af
wijking van de Pest. De hedendaagsche beoefenaars
der „historia medicinae” achten haar echter een op
zich zelf staande, epidemische ziekte.
Dr. H. Haezer zegt daaromtrent: „Der Engüsche
Schweiss muss für eine durchaus eigenthümliche Krank-
heit gehalten werden. Nichts desto weniger ist zunachst
seine Verwandtschaft mit der. Influenza, welcher er
durch die Schnelligkeit und Allgemeinheit, wenn auch
nicht durch die Richtung seiner Verbreitung, gleicht,
unverkenbar.
Dr. Tijing. een beroemd geneesheer in die dagen te
Amsterdam, bevestigt de getuigenis van Joach. Schiller
in diens werk „De Peste Brittannica 3) dat ook vogels
werden aangetast en dood uit de lucht neervielen,
met gezwellen onder de vleugels. i)