211
i) H. F. Thijssen. p. 214.
EENE EPIDEMIE IN DE 1 6e EEUW.
nachtwind niet door spleten of gleuven toegang had.
Erasmus wijst er op, hoe hij uit eigen ervaring het
buitengewoon nadeelige en ongezonde van gebrek aan
behoorlijke ventilatie kon staven. Wanneer is zijn
slotsom het volk gebracht kon worden tot matiger
en gezonder levenswijze, en de zorg voor het reinigen
van den openbaren weg door de overheid werkelijk
met ernst werd ter harte genomen, zou men veel doen
om den geesel van het volk af te weren.
Een panische schrik beving allen, waar de ziekte
zich vertoonde. Evenals bij de cholera-epidemieën het
geval is, werden de menschen in huis of op straat
plotseling er door overvallen. De kenmerken der ziekte
waren voornamelijkeen zware, rheumatische koorts
en aanhoudend, allerhevigst zweeten, dat gewoonlijk
24 uur aanhield. Winkler Prins geeft in zijne
„Geïllustreerde Encyclopaedic” aangaande de symp
tomen de navolgende, uitvoerige beschrijving, in hoofd
zaak overeenstemmend met de mededeelingen van
oude kroniekschrijvers
„De verschijnselen dezer ziekte kwamen overeen met
die der gelijktijdig elders heerschende builenpest. Als
voorbode werden benauwdheid, hartklopping, een ge
voel van zwakte, rheumatische pijn en een onaangename
smaak waargenomen, maar de ziekte verscheen met
een aanval van koude en met sterk beven; hierop
volgde eene hevige hitte, kriebeling in handen en
voeten, somtijds zwelling der ledematen en in gevaar
lijke gevallen eene reeks van ongunstige hersenver-
schijnselen, zooals ijlhoofdigheid, dolfe hoofdpijn en