EENE EPIDEMIE IN DE 16e EEUW.
213
b Zie Bijlade C.
Zie Gruner p. 222.
tischen raad om zich toch niet zoo angstig te maken,
maar liever hunne omgeving gerust te stellen, want
dat „de inbeelding erger was dan de kwaal”. Hijzelf
was in het minst niet bevreesd, en beweert zich, zoo
wel als anderen juist door niet angstig zijn, de ziekte
van het lijf te hebben gehouden.
J. Roelants, geneesheer te Mechelen, gaf in 1530
een werk over deze ziekte in het licht, waarin hij
opmerkt, hoe vele lijders gefolterd werden door e.en
vreeselijken angst voor den dood, dien zij onvermijde
lijk achtten.
Wat nu de slechte behandeling der ziekte betreft,
deze bestond voornamelijk hierin, dat men den patiënt,
(volgens de in den beginne hier te lande en in Duitsch-
land algemeen gebruikelijke geneesmethode, „Nieder-
landischen Regiment” genaamd) 24 uur achtereen in
een bad van zweet liet liggen. Dr. Sigismund Kröll
zegt daaromtrent: „Soil derhalben der arme Krancke
sich gantz und gar nicht bewegen, mit zwu oder
drey sch weren decken, wollfspeltze und dergleychen
XXIV stunden allenthalben zugedeckt ligen, an vn-
therlass schwitzen, vermeynstdu, das der gering wenig
lufft. alleyn durch bewegung dem krancken zukümment,
so krefftig sey. den schweyss zu vertreiben? Midi
verwundert, das du yme den mundt undt nasen nicht auch
verstoffest, darmit der lufft durch den athem nicht
eingeholt wurde. Zudem wolt ich gerne wissen, aus
was ursach der Kranck XXIV stund solte schwitzen an
vnterlass? Ja, wans eyn Pferd oder Ochss were”. etc. 2).
Dr. S. S. Coronel deelt ons hieromtrent in zijn opstel