216 EENE EPIDEMIE IN DE 1 6e EEUW. en zal waarschijn- zoovele andere keurd om in liet Memoriaal van den griffier Sandelijn te worden opgenomen (zie Bijl. B.) lijk wel, evenals de voorschriften van remediën, gedrukt en onder het volk verspreid zijn. Aan de omschrijving van dit middel gaat een nota vooraf, waarin de beschrijving van het optreden der ziekte in Den Haag wordt gegeven, en van den loop dien zij in ons land heeft genomen. Deze nota (zie Bijl. A.) is vooral hierom merk waardig, wijl zij een der weinige origineele aanteeke- ningen is, die omtrent deze ziekte in de archieven te vinden zijn. Alle overige bijzonderheden althans, ons land betreffende, hebben wij uit oude kronieken moeten putten, niet steeds even betrouwbaar zeker, doch in dit geval over aard en duur der ziekte in hoofdzaak overeenstemmend. Beide stukken, als Bijlagen hier achter gevoegd, zijn reeds uitgegeven door Van Wijn, in zijn vervolg op Wagenaar 1), en door Ludeking. overgenomen in zijn .Levensberichten van Nederlandsche geneeskundigen.” Daar de lettervruchten van Van Wijn noch die van Ludeking vermoedelijk velen leden van .Die Haghe” bekend zullen zijn en de lezing van Van Wijn op enkele plaatsen met de mijne verschilt, heb ik gemeend een zelfstandige kopie van de nota, die buitengewoon slecht geschreven is, hieraan te moeten toevoegen. Op het stedelijk archief alhier is, evenals op het algemeen Kijksarchief, helaas, geen enkele aanteekening meer over het heerschen der ziekte te vinden. De resolutiën en keuren der Vroedschap beginnen eerst veel later, eveneens de rekeningen der St. Jacobskerk. Bijvoegsels en aanmerkingen voor het vijfde deel der Vader landsche Historie van Jan Wagenaar. Bijlage A p. 94- 97.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 370