226
IL Haeser p. 328.
2) Nic. Staphorst. Historia ecclesiae Hainburgensis diplomatica. zie
Gruner p. 517.
3) Haeser p. 328.
EENE EPIDEMIE IX DE 16e EEUW.
(eindpunt Bazel in Januari 1530), terwijl zij in de
landen, die vlak zuidelijk gelegen waren, in ’t geheel
niet voorkomt. Te Londen, de bakermat, brak zij op het
einde der maand Mei uit en verspreidde zich verbazend
snel over het geheele koninkrijk. Den 25en Juli werd
zij het eerst te Hamburg waargenomen, alwaar zij
binnen 22 dagen duizend personen ten grave sleepte
Aan boord van een schip, dat van Engeland naar
Hamburg voer, hadden zich reeds onderweg 12 ge
vallen voorgedaan 2).
Den 31(-n Juli barstte de ziekte te Lübeck uit,
terwijl zij zich omstreeks dienzelfden tijd over geheel
Noord-Duitschland en Oost-Friesland verspreidde. In
Liefland schijnt de ziekte eerst in 1530 uitgebroken
te zijn, daarentegen vertoonde zij zich in Rusland en
Polen veel vroeger. Denemarken en Zweden bleven
ook niet verschoond. Te Kopenhagen stierven zelfs
op één dag 400 personen 3).
Einde Augustus plant zij zich in Z.-O.-richting
voort. In begin September vinden wij haar in de Rijn
provincie, Beieren en Oostenrijk. Den llen September
krijgt Frankfurt haar bezoek en op het einde dier
maand Marburg, waar zij de sinds drie dagen aange
vangen bijeenkomst der Hervormers verstoorde.
In Weenen heerscht de zweetziekte tijdens de be
legering door sultan Soliman (22 Sept. 14 October).
Ook het Turksche leger voelde den geesel. Over
Hasel en Solothurn kwam zij Zwitserland binnen en
woedde er vooral in de laagst gelegen streken. In