ll 8 zullen zijn. De Secretaris. teregt. want de inhoud was belangrijk op menig gebied der geschiedenis onzer stad. Vergaderingen van werkende leden werden gehouden op 18 October, 14 November 1894 en 17 April 1895. Behalve de ge wone werkzaamheden hield de Voorzitter in de eerste vergade ring een lezing over de tooneelbeweging in den Haag, in de tweede over het Burgemeestersambt. In de laatste, gaf de heer Hageraats belangrijke mededeelingen over Vondels Geboorte- klock van Willem van Nassau, Op 13 Februari werd algemeene vergadering gehouden, die door den Voorzitter met een rede werd geopend, bijgevoegd onder letter D, Daarenboven hielden de werkende leden de Heeren de Bas en van Liefland ieder een lezing voor de Leden en hunne dames. De eerste, die juist den dag gekozen had waarop voor lOOjaren Prins Willem V den vaderlandschen grond verliet om in balling schap te sterven, deelde ons in bijzonderheden dit historisch feit mede en stond daarbij niet het minst stil bij de persoon van de gemalin des stadhouders Prinses Wilhelmina. De tweede gaf in eene uitgewerkte verhandeling vele bijzon derheden over de menschelijke woning in verband met oud en nieuw ’s-Gravenhage. Tot nadere toelichting gaf spreker tevens eene belangrijke kunstbeschouwing. De Leden en hunne dames werden eindelijk uitgenoodigd om na :teind van het Speelseizoen den Schouwburg te bezoeken, alwaar ons werkend lid de Heer de Grijs hen met de meeste bereidvaardigheid rondleidde en alle bijzonderheden aanwees en verklaarde. Met dit verslag is het eerste lustrum onzer vereeniging ge sloten. Met voldoening mag op hetgeen in dien tijdkring tot stand kwam, worden teruggezien. Gaarne had het Bestuur dien dag gevierd door den leden een waterfeest op den Hofvijver aan te bieden, zooals er in de 16e eeuw zoovele plaats hadden, dit plan leed echter schipbreuk, daar de noodzakelijke ver gunning van het gemeentebestuur niet werd verkregen. Hopen wij dat wij bij de viering van het 2e lustrum gelukkiger

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1896 | | pagina 96