7
de
de openbare
Baan nit. om zich tot eene commissie te vormen, ten einde dit
veelomvattend werk ter hand te nemen.
Alle heeren verklaarden zich bereid die eervolle taak te aan
vaarden, en nadat de commissie ter vergadering van 4 Maart was
geïnstalleerd, en de heeren Goekoop tot Voorzitter en Morren tot
Secretaris gekozen waren, aanvaardde zij den arbeid, gesteund
door tal van bescheiden, die baar al terstond konden worden ter
hand gesteld, en gesteund ook door eene ruime jaarlijksche toelage,
aan haar besproken door een harer leden, waardoor zij in staat
werd gesteld, geregeld onderzoekingen in het Rijks-Archief te
doen plaats hebben.
In dezelfde vergadering, waarin bovenbedoelde commissie zich
constitueerde, werden de nieuwbenoemde eere- en werkende leden
door den Voorzitter geïnstalleerd met eene rede, die als bijlage
hierachter is afgedrukt. Zie Bijlagen A. '13.
In de vergadering van 16 April 1896. waarin ook aan de Bui
tengewone leden toegang was verleend, gaf ons bestuurslid de
Heer Hageraats eene improvisatie over Amalia van Solms en
Huygens, waarin hij op boeiende wijze uitvoerige mededeelingen
gaf over de verhoudingen die zoowel op het gebied der politiek
als op dat der kunst bestonden tusschen de gemalin van
Frederik Hendrik en den trouwen dienaar van het huis van
Oranje.
In eene der bestuursvergaderingen werd besloten aan de leden
als werken van „die Haghe” aan te bieden de Verboden boeken”
van den Voorzitter, en de kerkrekeningen der St. Jacobs-Kerk. voor
de Hervorming, door ons medelid, den heer Wildeman de beide
eerste afleveringen der „Verboden boeken” werden alreeds aan de
leden -verzonden.
Drie verschillende tochten werden in den loop van het tijdperk,
waarover dit verslag loopt, door de leden en hunne Dames ge
maakt: 0]) 6 Februari bood de Directeur der Gasfabriek, de heer
Kros, ons de gelegenheid, om de onder zijn beheer staande inrig-
ting in alle bijzonderheden te bezigtigen. Met de meeste welwil
lendheid en bereidvaardigheid werden alle bijzonderheden aaoge-
toond en uitgelegd, door den Directeur, den onderdirecteur, den
heer van Doesburgh en den technikus, den heer Niermeyer. terwijl
de Voorzitter een kort historisch overzigt gaf van
verlichting hier ter stede. Zie Bijlage B.
De beide andere togten waren van geheel anderen aard. Door
tusschenkomst van den heer J. D. Dietz, waarnemend administra
teur der goederen van H.K.H. Mevrouw de Prinses van Wied,