8 De Secretaris. deed H.Ii.H. de vereeniging de eer aan, om zoowel Hoogst dezelver Paleizen, als de buitengoederen aan den Leidschen Straatweg, voor de leden en hunne Dames ter bezigtiging open te stellen. Op 12 Maart 1896 werden de beide paleizen bezocht, waar tal van kunstschatten, door den hoogvereerden Prins Frederik ver zameld, konden worden bewonderd, en op "16 Mei d.a.v. trokken een honderdtal leden en dames des morgens per extratram naar het huis ter Horst, dat inwendig werd bezigtigd, waarna door de bosschen naar Raaphorst werd gewandeld en den Seringen-berg aldaar werd beklommen. Na een pauze in het huis den Déyl, werd de wandeling voortgezet, over het huis de Paauw, waar het paleis van binnen werd bezigtigd, en Bakkershagen, waar de grot en de hooge koepel ieders aandacht trokken. Schoon weder begunstigde dezen togt. die bij allen een aangename herinnering achterliet. Wat betreft de bemoeiingen van het bestuur der vereeniging „die Haghe”, in zake de blootlegging der Ridderzaal, meenden we goed te doen, onder verwijzing naar het verslag in het Jaarb. v. 1896, bl. 7. met de daarop betrekking hebbende bijlagen, het verslag der discussies te mogen doen afdrukken, gehouden in de 2e kamer op 13 December, en 20 December 1895, onder bijlagen C, 12. Het bovenstaande moge ten bewijze strekken, dat dit werkjaar der vereeniging „die Haghe”, onder de vruchtbare jaren ten volle mag worden gerangschikt.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 107