13 1) Sedert is die Heer Z. tot eene eervolle betrekking te Dordrecht benoemd, en heeft hij als lid van „die Haghe” zijn ontslag genomen. aanspraken mocht maken 01 Ook de naam Dyserinck 1 van het minitieus behandelen band met een persoon, een schilderij, behoeft daaraan die naam slechts verbonden te zijn te houden, dat het werk dat geleverd; wordt goed is. minister van Marine, den Heer H. Dyserinck dan ook niet te spreken van het noblesse oblige. Ik weet zeker, dat de onderzoekingen welke hij voor die Haghe zal doen met alle nauwgezetheid zullen geschieden. Reeds eenmaal had ik het genoegen den naam van den Heer G-. van Diesen te noemen. Het was in de Kronyk van het H. Jaarb. voor 1896. Ik constateerde, dat die heer in de Koninklijke Academie van Weten schappen. op 26 Januari 1895 als zijne meening had uitgesproken.dat er geen gevaar voor Den Haag te duchten is bij hoogen zee waterstand. Sedert heeft die deskundige zijne onderzoekingen voortgezet, onlangs op een vergadering van het Instituut van Ingenieurs ontvouwd, en ook het H. Jaarb. voor 1897 zal in verband daarmede, en met de Zeestraat van C. Huygens, belangrijke mededeelingen van zijne hand bevatten. Met het noemen van den naam Huygens, vermeld ik ook gaarne, dat de Heeren Prof. Dr. P. Zeeman te Delft, en Mr. A. R. Zimmerman als leden der Commissie voor de Huvgenstentoonstelling het werkend lid maatschap onzer vereeniging die Haghe hebben aanvaard. De hulde aan de Huygensen te brengen kan en moet gemeen goed worden; wie voor Huygens werkt, werkt ook voor die llaghe. De financiën van Den Haag zijn onlangs getoetst door ons eerelid. den Heer Kuyper. Dit gold eene vergelijkend overzicht van de jaren 1795 en 1895. Ons nieuw werkend lid de Heer M. G. De Bloeme is een erkende specialiteit op finantieel gebied, en zeker mogen we in de toekomst van hem menige schets verwachten, omtrent de dikwerf ingewikkelde finan- tieele regelingen, welke, in verband met allerhande heffingen, in den Haag plaats hadden: want op dat punt is de Residentie nooit misdeeld geweest. Kunnen het geen afgeronde schetsen, verhandelingen, of studies zijn, dan is die Haghe ook tevreden met kleinigheden. Sprokkelhout heeft ook zijn waarde.' Als zoodanig zal de Heer W. C. Jeltes ons zijn bijstand willen verleenen. Hij speurde de resoluties van den Haagschen magistraat reeds na, en gaarde menige curieuse bijzonderheid op dat gebied. Op dergelijke wijze zal ook de Heer R. L. De Haes Jr. voor ons en voor het Haagsche Jaarboekje werkzaam kunnen zijn. Als Jan van Buren heeft hij een bijzonderen tact om den Haag in den kijker te bezien. Hij geeft Physiólogietjes, die een eigenaardigen blik geven in Haagsche ge bruiken. zeden, gewoonten en toestanden, en zijn humoristische pen verleent een dubbele aantrekkelijkheid aan het onderwerp, dat hij behandelt. Al lachende de waarheid te zeggen heeft ook zijn verdienste. Mogen we spoedig in het Haagsch Jaarboekje zijn naam vinden Ook de Heer B. G-oldbeek, Directeur-Generaal van de Maatschappij i erkentelijkheid der Haagsche burgerij, leeft een goeden klank. Waar er sprake is van een stuk geschiedenis, hetzij in ver een plaatselijke aangelegenheid. om zich overtuigd Ik behoef den oud-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 112