14 „liet Zeebad Scheveningen” heeft het werkend lidmaatschap onzer Ver- ecniging willen aanvaarden. Dit verheugt ons, want daardoor zal duidelijk blijken, dat Scheveningen een deel uitmaakt van die Haghe. en dat de belangen van de 8e wijk, nooit door die van ..die Haghe’’ mogen uit het oog verloren worden. En hiermede, mijne heeren, heb ik een deel van mijne taak volbracht. In het hartelijk welkom, dat ik de nieuw benoemde eereleden en werkende leden toeroep, begrijp ik ook de nieuw toegetreden buitengewone leden, en vlei mij dat ook spoedig van hen buitengewone werkzaamheden in het belang van die Haghe mogen vermeld worden. Mijne heeren, de leden der Commissie voor het Historisch Adresboek, wier werk z.al bestaaninhet samenstellen van lijsten, straatsgewijze ingedeeld, van de eigenaars, bewoners, of huurders der huizen en erven, sedert de stich ting van ’s-Gravenhage tot in ’t begin dezer eeuw. gij hebt een moeielijken arbeid op u genomen, maar om u te bewijzen, dat het resultaat niet onvoldoende zal zijn, wil ik u enkele aanwijzingen doen in welke richting uwe werkzaamheden zich zullen moeten bewegen, en u enkele bronnen aangeven, die voor de hand liggen om gebruikt te worden. Vooral wat betreft de jaren 1627 en 1628 zullen we schitterend kunnen slagen. lii het oud-archief der gemeente toch bevinden zich drie registers, welke, in verband met de transportbrieven en appointementen van de Grafeüjk- heidsrekenkainer. en van de Magistraat van den Haag, uit die jaren, tal van aanwijzingen zullen kunnen doen, niet alleen omtrent de eigenaars der huizen, maar ook omtrent de respectieve bewoners, voor zoo ver zij huurders waren. In de eerste plaats dient genoemd te worden het ..Quoyer van den vyffhondertsten penninck over alle de Ingesetenen van ’s Graven-Hage eiide den platten Lande, daer onder resorteerende,” waarin in de eerste plaats genoemd worden de leden van den ..Hogen Rade,” van het ..Hof van Hollant,” de ..Heeren van de Reeckeninge”, de leden van de „Magistraet van ’s-Gravenhage,” en van den ..Raet van Brabant.” Jammer genoeg zonder aanwijzing hunner woonplaatsen. Daarna volgen, „quartiers”- gewijze. naar de volgorde der straten, de aangeslagen ingezetenen. Uit den aard der zaak worden daarin slechts de gegoede ingezetenen genoemd, zoodat in het register van 92 bladzijden, recto en verso, slechts gemiddeld 5 namen op iedere bladzijde voorkomen, en daaronder is dan ook nog Haag-Ambacht begrepen. Gelukkig echter zijn de belastingschuldigen de werkelijke bewoners, hetzij als eigenaars, hetzij als huurders. Ter controle, en tot uitbreiding van het eerste register, waar het ons in onzen arbeid zal moeten dienen, komt in aanmerking het tweede register der drie genoemde, zijnde een ..Quoyer vant haertstede geit over’sGraven- hage ende Haech-Ambacht van den Jaere XVIc seven entwintich.” Ook daarin gaan de leden der Hooge Colleges van Staat vooraf, en is

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 113