19
de G-ortstraat, de Kettingstraat, de Lange Gracht en de Bezemstraat.
De geheele ontvangst bedroeg ruim *2000 gulden, waarvan afging aan
salaris voor den Collecteur f 300,30 gulden schrijf- en rantsoen-
loon, en 80 gulden voor Heeren Burgemeesters en den Heer Pensionaris,
terwijl aan den klerk van Burgemeesters 12 gulden en 12 stuivers werd
uitbetaald voor het „calculeren’’.
Overigens sluit zich aan de registers van het'straatgeld vrijwel aan
het verpondingboek van 1806i
Dit is een onmisbare schat om de eigenaars der huizen in ’t begin
dezer eeuw te constateeren, voornamelijk wijl dit register nog eenige
jaren dienst heeft gedaan, en daarin de wijzigingen en de mutaties
telkens zijn aangegeven.
Het is verdeeld in de wijken A tot W, terwijl wijk G, Scheveningen,
achteraan is gevoegd.
Dubbele waarde verkrijgt dit archiefdocument, wijl behalve de huis-
nommers ook de verpondingnommers worden genoemd, en er dus moge
lijkheid is om van dit register op de oudste kadasterleggers over te
springen, welke mee 1832 aanvangen, zij het ook dat deze instelling
in 1824 in het leven was geroepen.
Niet onvermeld mag olijven, dat tusschen het eerste kohier van ver
ponding van 1628. en dit van 1806. ook enkele andere bewaard zijn
gebleven, die belangrijke gegevens bevatten.
Het zou te ver voeren inaien ik alle registers op dit gebied één voor
één wilde beschrijven of zelfs maar opnoemen.
Omtrent de straatgeld-registers valt niet veel meer te zeggen: alleen
meen ik te moeten vermelden, dat nog twee kohieren bestaanéén van
1679, waarin Clap en
zijn, en ’t andere van
aanleiding tot nadere beschouwing.
Uit het kohier van 1
opbracht ongeveer 4500 gulden.
Wat c- '1~ 1-
vuilnisgeld
meen ik te moeten vermelden, dat nog twee kohieren bestaanéén
Straatgeld naast elkaar, in 2 kolommen geplaatst,
1708. Beiden zijn hulpmiddelen, maar geven geen
1679 blijkt, dat het klapgeld over de zes kwartieren
overigens de breede reeksen registers van het lantaarngeld,
1 en klapgeld betreft welke ongeveer het einde der 17e eeuw
of het begin der 18e eeuw aanvangen, en tot in deze eeuw doorloopen,
kunnen wre kort zijn.
Zij zijn volledig slechts in betrekkelijken zin. want men heeft de
namen zeer dikwijls achterwege gelaten, vooral in die van de laatste
jaren en ze vervangen door nommers.
De rekeningen van het vuilnisgeld en klapgeld bestaan uit 2 verschil
lende registers, die van het Noorderkwartier, en die van het Zuider
kwartier, zoodat het zoeken daarin geen moeiélijkheden oplevert, wijl de
stad precies in 2 helften is gedeeld, waarvan de middellijn wordt gevormd
door het Westeinde. en zoo vervolgens met eenige buiging, tot het
Bezuidenhout, het vroegere Oosteinde.
Nog kunnen aanvullingen geven een Quohier van het Familiegelt van
1715. waarin een lijst van personen, wonende in de buurt van het Voor
hout. en aanhoorig quartier, waarin niet enkel de hoofden der gezinnen,
maar ook de inwonende personen worden genoemd; de buurtbrievenover