37 Het verwondert mij dat de geachte afgevaardigde die het amendement voordroeg-, het woord restauratie in dubbelen zin gebruikt heeft, hetgeen tot misverstand aanleiding geeft. Naar mijn oordeel wordt het begrip restauratie ten onrechte toegepast op de gebouwen aan den Vijver. Dat is niet restauratie, dat verbouwen en herbouwen, waarbij men hier en daar rekening houdt met hetgeen er staat, in zekeren thans voor die verbouwing aangenomen stijl. Dat is eene verbouwing met inacht neming- van de eischen van historie en kunst, maar het begrip restau ratie, toegepast op het gebouw, dat hier in het midden staat, beteekent iets anders. Dat beteekent instandhouding zooveel mogelijk als monu ment van den tijd waarin het gebouwd is. en indien het gerestaureerd wordt, wordt dat gedaan met het oogmerk om het te bewaren als een monument, dat getuigt van onze historie en ook van de historie der architectuur. Dit is een geheel ander doel, waardoor het niet is een gewoon waterstaatswerk, maar naar de indeeling van de begrootingen en de functiën tusschen de Ministers behoort te geschieden met het advies op zijn minst van den Minister van Binnenlandsche Zaken, als het daarvoor aangewezen orgaan. Dezelfde Minister, die zooeven door den geachten spreker is aange haald. heeft ook dat begrip gehad, want terwijl hij de gebouwen aan den Vijver in orde bracht, was er toch van zijne zijde, daarvan heb ik de sporen bij mijn Departement gevonden, geen bezwaar om de Grafelijke zalen wederom te doen teruggaan naar het Departement van Binnen landsche Zaken, en ik heb mij niet anders kunnen voorstellen dan dat de tegenwoordige allerjammerlijkste toestand, waarin zich de gebouwen bevinden, inderdaad een gevolg daarvan is. dat men de quaestie niet heeft onder de oogen gezien, die het hier geldt. Als een gewone post van onderhoud van de landsgebouwen. waaraan men met her. oog op de bestemming voor practisch gebruik gaat ver bouwen en niet om een monument van architectuur in stand te houden, is deze zaak niet te beschouwen en ik neem ook niet aan dat het Depar tement van Waterstaat. Handel en Nijverheid dergelijke daad van van dalisme zou plegen. Maar aan den anderen kant is er bezwaar bij het Departement van Binnenlandsche Zaken, dat de zalen niet beheert, om een post op de begrooting te brengen om haar in orde te maken als monument. Bij dit verschil tusschen de twee Departementen, dat het eene Ministerie quoad materiam en het andere quoad formam zich dit onderwerp ■niet kon aantrekken, dat het bouwwerk dat was te verrichten niet viel onder Waterstaat, en omgekeerd, het werk waaraan moest worden ge restaureerd niet onder het beheer was van het Departement van Binnen landsche Zaken, daarin en in niets anders kan ik de reden vinden voor den tegenwoordigen jammerlijken toestand van die gebouwen. Wat gaf nu aanleiding tot het voorstellen van dezen post? Twee omstandigheden. Eene omstandigheid van mij uitgaande, eene buiten mij. Het bleek mij namelijk dat onder de oogen van het Departement van Binnenlandsche Zaken eene restauratie plaats had. Verleden jaar is er geld besteed voor dat doel. Toen men echter zag hoe het besteed was, hoe

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 136