44
de G-rafelijke zaken
Departement van Waterstaat het daarover oneens zijn, of de bedoelde
gebouwen. die tot nu toe behooren onder het Departement van Waterstaat,
bij het Departement van Binnenlandsche Zaken zullen worden overge
bracht: en dat over die vraag door den Ministerraad en vervolgens door
Hare Majesteit de Koningin-Weduwe, Regentes, alsnog eene beslissing
moet worden genomen.
Ik zou op grond van deze toelichting meenen. dat de Kamer, door thans
deze kleinen maar omineusen post van 1000 aan te nemen, partij zou
trekken voor het Departement van Binnenlandsche Zaken en tegen het
Departement van Waterstaat in het blijkbaar tusschen die Departementen
gerezen, tot heden latent gebleven conflict.
Wanneer toch de Minister van Binnenlandsche Zaken voor landsgelden
een plan mag laten opmaken vóór dat door den Ministerraad omtrent
een door dien Minister aan dien Raad gedaan voorstel beslist wordt, dan
is dat voorstel op het oogenblik dat het bij dien Raad in behandeling
komt, wel degelijk gepraejudicieerd.
De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft zich veroorloofd tegenover
de Commissie van Rapporteurs het woord ^newiibedoelingen^ te gebruiken,
zij het in den negatieven parlementairen zin. dat Zijne Excellentie niet
geloofde, dat die bij de Commissie bestonden. Ik zal die uitdrukking,
nok in negatieven zin. niet toepassen op hetgeen ons thans door den
Minister wordt voorgesteld. Maar ik meen, dat er na de gehoorde toe
lichting- voor ons geene aanleiding is om de bedoeling. die aan dezen post
ten grondslag blijkt te liggen, op ’s lands kosten te helpen verwezenlijken.
Onder deze omstandigheden zal de Kamer, mijns inziens, voorzichtig
handelen door zich te vereenigen met het amendement, door de Commissie
van Rapporteurs voorgesteld.
De Heer Vermeulen Daar het herstel van de Grafelijke zaken van
het Binnenhof volstrekt niet is eene zaak, waarbij geacht kan worden te
zijn periculuni in rnora en met het oog op de ontzaggelijke opdrijving van
tal van uitgaven van deze begroeting, kan ik mij met het voorstel der
Commissie van Rapporteurs wel vereenigen.
Slechts tegen ééne zaak moet ik opkomen: het is hiertegen dat nu of
later, gelijk de heer Rutgers en meer leden verlangen, de restauratie der
middeleeuwsche gebouwen van het Binnenhof aan de afdeeling Kunsten
en Wetenschappen, waarbij zij uit haren aard behoort, zou ontnomen
worden en naar Waterstaat zou worden overgebracht.
Ik weet het. er bestaan tegen de afdeeling Kunsten en Wetenschappen
grieven, die bij vele leden niet gering wegen.
Doch men hoede zich voor onrechtvaardige beoordeeling.
Welke waren vóór ruim een menschenleeftijd geleden de toestanden
hier te lande op kunstgebied?
Ik behoef alleen er aan te herinneren hoe ruim 30 jaar geleden, zonder
■dat een algemeen protest opging, de groote zaal van Floris V kon ge
schonden en bedorven worden: hoe er toen ernstig sprake kon wezen van
•de voorpoort van den Hove af te breken en het grootste gedeelte van het
'Binnenhof te sloopen; hoe men er toen serieus aan dacht het Mauritshuis