HUYGENS EN DE RESIDENTIE. «Dat hebbense Als die haer ’t leven voor uyt, Papieren; langer leven, gaf. sijn’ kind’rén, sijn’ naneven, En ’t uyterste geslacht: wanneer die langh verby En rott zijn in haer Graf, soo gaen Papieren vry.» C. Huygens, De Zee-straet. Morgen is mijn dichter jarig”, kan heden, den 3den September, de Stedemaagd van het Vorstelijk’s-Gravenhage, den te vroeg ontslapen gevoelvollen zanger P. A. de Genestet nazeggen, en daarbij den vollen klemtoon leggen op die drie eenvoudige letters m. ij. n. Morgen is mijn dichter jarig, en in waarheid, want in driedubbelen zin behoort de dichter Constantijn Huygens, we willen niet eens spreken over den hoveling, den ridder, den staatsman, aan de Hofstad. «Noch eens September, en noch eens die vierde dagh, Die my verschijnen sagh? Hoeveel Septembers, Heer, en hoe veel’ vierde dagen Wilt ghy my noch verdraghen?”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 176