19 IETS OVER HET GESLACHT HUYGENS. i) In dato 14 Januari 1623. welke bevoegde criticus onder den titel „Hoe een oude Hollander voor zijn zoon wist te vrijen” over den brief aan Susanna van Baerle gericht sprekende, o.a getuigt, dat men in gemeenzame levendigheid van stijl, onge dwongen vorm en aangenamen inhoud in de gansche Nederlandsche Letterkunde zijn weêrga zoekt. Professor Jorissen drukte dezen brief in zijn geheel af. In hoofdzaak komt alles hierop néér, dat de oude Huygens gaarne had gezien, dat zijn oudsten zoon Maurits met zijn nichtje Susanna van Baerle, eene rijke wees en nicht van hen, ware gehuwd. Daar Maurits toch met zijne zuster Geertruy bij hun nicht gingen logeeren om te Amsterdam de bruiloft bij te wonen van hun vroegeren leermeester Joannes Dedel, die nu als raadsheer in het Hof van Holland met hunne nicht Isabeau Vogelaer in den echt zou treden (19 Dec. 1622), vond de oude Christiaan de gelegenheid te schoon, om er geen gebruik van te maken en zijn oudsten zoon op alle mogelijke wijzen aan te bevelen. Na eenige ellenlange tirades vol galanteriën aan het adres van zijn lieve Susanneken, klinken deze aanbevelingen, in onzen tijd, op het gebied van zeden in vrij wat lager peil staande dan toen, op zijn minst genomen vreemd. De volgende aanhalingen mogen dit bewijzen: ,’tis als ghyt emmers weten wilt den eersten zoon „die my Godt gegeven heeft dyn presenteer ick U van „ganscher hartten ende ick schencken U geheelick en „en al met huyt ende met hair, U op ’t aller vruntlixt „biddende hem te willen nyet versmaden maar geruste- „lick aennemen voor die hij is. Ghy kent hem emmers „wel, van wat aert, wesen, manieren ende humeuren, van „ons degelicke luytgens, zoo ick meyne, geboren, ende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 191