38 CHRISTIAAN HUYGENS TE NIJMEGEN. gens op zijn haastigen terugtocht naar het vaderland zoo nadrukkelijk vervolgen, dat het weinig scheelde, of' hij had „den jaegher met de proye betrapt in zeker scheepken. daer zy versaeckt oft verstoken of aiidersints uyt geholpen werden”. Te huis gekomen werd hij door den Prins hartelijk verwelkomd en zoo vertelt Hooft op zijn kernachtigen trant „ter syner keuse gestelt, wat kleinoodt tot heughenis hem geviele te doen maaken. Zeldsame zeedigheit, ook te hoov’ (hof) onverbasterd gebleven, paste zyne be geerte aan de mate der soobre gelegenheit zyns meesters. ’T loon was een goude penning, met de hoofden van Prins en Prinses, neevens deze woorden, wightigher dan ’t metaal: Mandat i strenue executi monumc/edenknis van bevel strengélyk uitgevoert. 2) Maar zoo besluit Hooft naar dat ik van zynen aardt verstendight ben. zoo moest zyn hart meer smaak in de bewustenis der daadt dan in diesen lof vinden.” Na den moord des Zwijgers werd Cristiaan Huygens secretaris van den Raad van State der Vereenigde Neder landen, en toen Graaf Maurits zoo werd hij toen nog genoemd optrad aan ’t hoofd der zaken, heeft hij hem met dezelfde geestkracht gediend als diens doorluchtigen vader. Liefde en trouw aan het vaderland en het Oranjehuis waren trouwens karaktertrekken, niet slechts van Christiaan Huygens, maar ook van de overige leden van zijn geslacht. 1) Als bijlage A. meenden we ’t geheele verhaal van Hooft te mogen laten volgen en. er bij te voegen (B). de dichtregelen welke Const. H. er aan wijdde, in zijn dichterlijke authobiographie. Red. 2) Deze, penning is afgebeeld bij van Loon op bl. 294 van het le deel. Hij schrijft er bij: .,Mids hy my nooit was in hande gevallen, slechts getekend naar den penning, met den welken men ’s mans beeldenis, in die tyden geschilderd, in ’s-Graavenhaage, ten huyze van den Heer Konstantyn Huygens, Heer van Znylichem, kleinzoon van den boven- gemelden Konstantyn Huygens, met een lint van den hals afhangende, als nog versierd vindt.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 213