41 CHRISTIAAN HUYGENS TE NIJMEGEN. gesteld was en die men schrift van zijn zoon vader het eerste schrijf- het land van Waes bevond, besluiten, ijlings met zijn leger op te breken en het beleg te slaan voor Nijmegen, waartoe het plan eenige maanden tevoren had moeten worden opgegeven, maar waarvoor nu de kans gunstig scheen. Aanvankelijk scheen de burgerij, op het voorbeeld der Spaanschgezinde regeering, wakkeren tegenweer te zullen bieden, want men gaf op de eerste opeisching den Prins een overmoedig antwoord, maar nadat de veste van alle zijden ingesloten was en acht-en-zestig vuurmonden dood en verderf over de stad dreigden uit te storten, gaf de Magistraat aan den aandrang der burgerij gehoor en sloot den 21 October 1591 in de legerplaats op den Hunerberg een verdrag met den Prins, tengevolge waarvan de stad opnienw met de geünieerde Provinciën vereenigd werd. Het in hetGre- meente-archief berustende tractaat draagt de onderteekening van „Maurice de Nassau”, en iets lager van „Ghr. Huygens”Van diens mede-onderteekening wordt, vreemd genoeg, noch door Bor, noch door in de Betou, die het niededeelen.gewag gemaakt. Zijne naamteekening die ik hier laat volgen, onderscheidt zich door netheid en sier lijkheid, waarop hij bijzonder ook kan waarnemen in het Constantijn, die van zijn onderricht ontving. Maurits opeischino-. Maar spoedig- bleek het, dat hier, als bij zoo menige vrijerij, de vijand reeds binnen de muren was toegelaten voor dat het beleg was aangevangen. Na acht dagen moest Nijmegen zich overgeven,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 216