-15 CHRISTIAAN HUYGENS TE NIJMEGEN. hunne trouw tot Vlissinge, dat, als zy quaamen voor in zeilen, naa een deel volghende scheepen, die men met Kooningsche soldaaten laaden kon, niet eens zouw worden omgezien. Hiermee trompen z’hem, zoo nu zoo dan, eenigh geldt af, by voorweeten en orde des Prinsen van Oranje, dien zy hun weedervaaren al vroegh hadden oovergebrieft. Thans verzoekt Wilhem etlyke duizendt kroonen, quan- suis om aanhang te maaken. H ierop zeide Mendoza geens zins te twyfelen aan zyne geneeghenheit; maar hem waare niet quaalyk af te neemen, dat hy eenighe verzeekering vorderde voor zoo merkelyk een’ som, waaraf hy, als een dienaar des Kooninx, anderszins niet te verantwoorden wist. De Hopman, weeder, vraaghde, dewyl zyn goedt buiten Engelandt lagh, en zyn lyf by t’ werk zyn moest, wat hem dan, om te verpanden, ooverschoot. Toen verght hem d’ Ambassadeur, zyn zoonken eenen jongen van tien oft, elf jaaren, te leeverenwaartoe Wilhem verklaarde bereidt te zynmaar te duchten dat de moeder die 't zotlyk bezint had, te byster een wangelaat zouw toonenniette min. wilde naa Vlissinge gaan, om te proeven oft hy haar paayen koude. Zoo vertrekt hy, en komt den Prinse aandienen, dat zyn kindt in gyzeling te geeven hem te hardt en derhalven van der zaake niet, vallen zouw. Dan de Prins verstond’er hierom niet uit te scheidenmaar moedighd' hem tot stellen zyns zoons in handen van Mendoza, onder schriftlyk verbandt van dien niet te ver voeren uit Engelandt: op welken voet zyn’ Doorluchtig- heit zeide raadt te weeten, om den gyzelaar door gunst der Kooninginne, te vryen, wen schoon de vyandt tot Vlissinge verschalkt waar. De Hopman, ooverreedt, volght dit onderwysoiitfangt op den tweeëntwinghsten van Grasmaan t 1581, een bondtschrift in de gemelde form van Mendoza, en staat, daarop, den jongen af. Naa t’

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 220