46
CHRISTIAAN HUYGENS TE NIJMEGEN.
bestemmen van den dagli, ontwerpt men middel, teeghens
dien, om de aanslaagliers, in gissing op een’ maklyke
veroovering, met een’ zuur’ en bloedighe neêrlaagh t’ont-
liaalen. Om ’t kindt te redden beval zyn’ Doorluchtig
heit oover Zeelandt naa Engelandt te gaan, den Heere
Christiaan Huighens, haaren dat pas, naamaals geheim
schrijver van Staate der Vereenighde Neederlanden: wiens
zoon de Ridder Constantyn Huighens, Heer van Zuilichem,
jeeghenwoordelyk t’ zelve ampt by Prins Fredrik Hendrik
bekleedt; inborst gezooght met den room der zinlykste
zeedenvernuft doorzult in ’t mergh der heusche konsten
en achtbaarste weetenschappenkerne der aardigheit, en
ooghelyn van dat hof. ’T begrip zyner boodtschap was
onderschreeven by den Prinse, tot Amsterdam, den twee-
ëntwintighsten van Bloeimaant, ende quam hierop nit.
.Den Heere van Hautain, den Onderammiraal, en
.Martyn Drooghe, aan te zeggen, dat zy den Prins zouden
verwittighen, oft de gezette dagh verandert waar oft niet,
„en wat nieuwniaar de beleiders des aanslaghs, seedert
„hun laaste gesprek met zyn’ Doorluchtigheit, van den
„vyandt bekoomen hadden. Dat een van hun drien, tydt
„kaavelende om ten geraamden daaghe weeder in Walchere
„te mooghen weezen, zyne Doorluchtigheit wel bescheide-
„lyk quaame berichten, hoe zy t’meinden aan te leggen,
„dat de plaats ongewaaghthet werk, zoo "t, door teeghen-
windt, belet oft uitgesteld wierd, verhoolen bleeve; en
„de Vlissingers buiten naadenken van bezwaart te worden
„met bezetting. De gemelde drie, oft hunner een had de
„handelaars van ’t stuk te verstendighen, dat Huighens
naa Engelandt ging, en waaromten einde zy weeten
lieten, oft hy, by wisseling van weeder, vertoeven zouw,
.oft eevenwel zyn’ reize vorderen, om ’s kinds verlossing
„te wisser te neemen. Hoe zyn’ Doorluchtigheit dienstigh