48
CHRISTIAAN HUYGENS TE NIJMEGEN.
Engelandt te vervoeren, Iioe’t gekleedt was, en diergelyke
waartoe, zyns bedunkens, grootlyx dienen konde zeeker
koopman van Looven, genaamt Hans Hofstadt, bekent
aan La Fontaine. Ook bad hy dien Predikant, hem aan
middel te helpen, om ter sluik met Walsyngham, ver-
trouwtsten geheimschryver der Kooninginne, te woorde
te koomen, op den eersten, oft uiterlyxt den tweeden van
Zoomermaant, zonder eerder nochtans dien Heere des ge-
wagh te maaken. Om alles t’ ooverweeghen liet hy tydt
aan La Fontaine; waarna hy weeder ’theniwaarts keeren
zouw. Belangende Walsyngham, had hy de naavolghende
orde. „Hem, naa oopening der zaake van begin af, te
„vertoonen ’s vaaders brief, en Mendozaas bondtschrift,
„ende hoe ’t maar aanquam op ’t herhebben van den
„zoon. Te bidden, dat hy daarop peinzen wilde, en raadt-
„geeven naar gelang van ’t vertrouwen dat de Prins op
„hem stelde: aangezien zyn’ Doorluchtigheit zich, by
„belofte, voor den jongen verbonden had. Acht te slaan
„op ’t geen hy ten eerste, en op ’t geen hy, zich naader
„bedacht hebbende, zeggen zouw. Te hooren wat hy ant
woorden moghte op verzoek om den bystandt van
„eenighen Serjant des Gerechts, oft andren van ’t hof
„der Kooninginne, om ’t kindt alzoo uit der Spanjaarden
„handen te kryghen By te brengen tot reedenen hiertoe,
„dat den Ambassadeur, daar gekoonien om zyns meesters
„zaaken met haare Majesteit te verrichten, ongeoorloft
„was een vry lichaam en kindt tot onderpant te houden;
„zelfs op eenen handel van verraadt’t welk buiten zynen
„last liep. Aan Walsyngham te behandigen ’s Prinsen
„brief geschreeven aan den Graave van Leicester, met
„beede dat hy hem ginge spreeken, om zaamentlyk te
„overleggen, hoe tot de gemelde verlossing maklyxt te
„raaken waar. Indien Huighens Walsyngham zaaghe