54
CHRISTIAAN HUYGENS, DE GROOTVADER, MEDAILLEUR.
de beschansing der
hy ooggetuygen, dat
aan Spinola
was aldus Rynberk gewonnen,
muytery ontdekte zich onder de Spaansche
Zulks Maurits hierdoor aaiigemoedigd, eerst
en vervolgens Grol belegerde. Dan
raakt, en de halve maan, die er achter lag, vermeesterd
zijnde, viel die aanzienlyke stad, naa een beleg van negen
dagen, in handen van Spinola. Dees ziende zich, eer dan
hy gedacht had, overwinnaar, liet door Buquoy, die ver-
geefsch had getracht in de Betuwe te vallen, Rynberk
aan de Brabantsche zyde berenneneven gelyk zijn onder-
hoorige leger aan den anderen kant deed, die na.'.r
Vriesland gekeerd is. De stad was wel gesterkt, de be
zetting welgemoed, en door Maurits van een gewis ontzet
verzekerd. De belegeraars des onaangezien tastten de
werken met groot geweld aanzulks zy, naa ’t inneemen
van den voorwal, eerst de schans aan de overzyde des
Ryns, en vervolgens ook de tweede, die op het Eyland
lag, ligtelyk veroverden. Sedert kwam Maurits wel tot
ontzet, doch het verkrachten van
beleggeren ondoenlyk vindende, was
zich die stad den eersten vail Wymnaand
overgaf. Maar naauwelijks
of eene nieuwe
benden.
Lochem hernam,
Spinola kwam aanstonds tot ontzet der nieuwgewonnen
stad, en noodzaakte Maurits den tienden van Slagtmaand
mids de geweldige regen het beschansen beletteden, weder
van daar op te breeken. Dit waaren de krygsbedryven
deezes jaars te lande en niet voorspoediger waaren de
anderen onder den Admiraal Willem Hautain te water.
Want of hy schoon op den eersten zeetogt al eenigen
buyt gemaakthad, zoo wierde op den tweeden zes zyner
schepen door storm verstrooid en de overige achtien op
’t onvoorzienst door eene magtige Spaansche vloot onder
Fasciardo aangetast; zulks zekere Reynier Klaaszoon,
onder-admiraal van Zeeland, om niet leevendig in handen