58 CHRISTIAAN HUYGENS EN SUSANNA HOEFNAGEL. Dien haren boezem drukte. Als ’s vaders evenbeeld, met dankbre vreugd ontving, o Goddelijke kracht der ziel, reeds vlot van de aarde, Die met een’ hellen blik in het toekomstig staarde Ondanks de schrandere arts geen’ zweem zag van gevaar, Sprak vader, flaauw van stem (het spreken viel hem zwaar Geloof mij, Constantynwat hoop u de arts moog’ geven, Houd dezen vierden dag den laatsten van mijn leven. En op den vierden dag ontsliep hij, ’t hemelsch pand Der ziel, hem toevertrouwd, bevelende in Gods hand, o Dag, steeds voor mijn hart een dag van rouw gerekend, En met een zwarte kool op ’s levens rol geteekend Doch hij was ’t leven zat, en ’s levens onrust móe, Stond hem Gods liefde en gunst die standsverwisling toe, eens Hemelburgers gunnen, zulk een lot hem dan benijden kunnen? was niet kleen Stateder verbonden Mogendheén vooral het vorstenpaar, die beiden En wilde hem het lot Wie toch zou De eer, aan mijns vaders lijk bewezen, De Raad van Cu<»uO, V. Gezanten; en Met hen het overschot mijns vaders grafwaarts leidden, Betoonden, als om strijd, hunn’ eerbied liefde en rouw, Ten zigtbaar offer aan 't maar lang betoonde trouw. De leden van het Huis van Nassau; Legergrooten Ja heel de bloem des Volks lei dus, als deelgenooten Van onzen rouw, het lijk verzeilend naar het graf, Gelijk geheel den Haag, een’ dankbren lijkplicht af.” Wat zijne moeder betreft, zegt Huygens, op zijn naïef keuvelenden toon „Een andre maar des doods had korten tijd geleden Mijn kinderlijk gemoed, als met een zwaard doorsneden, Daar ook mijn moeder viel, mijn liefde en eerbied waard, Mij ’t eenigst kind der zes, door haren schoot gebaard, D„.i ze als haar’ zuigeling aan haren boezem drukte,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 233