BI
2N
jl
BIJ DE PORTRETTEN.
dochter] heeft mij
(Met afbeelding.')
»Vier sonen [en een
God, en ’t vaderland geschonken
En soo ’t een Vader voeght, ick derv’ er
wat meé proncken.”
(Huygens Gluyswerck.)
Het origineel, dat het jaar 1640 draagt, tot ongeveer
1882 gecatalogiseerd op den naani van Ant. van Dyck,
bevindt zich in het Koninklijk Kabinet van schilderijen
(Manritshuis) te ’s-Gravenhage, en wordt sedert toege
schreven aan Adr. Hanneman, die blijkens de brieven
der Huygensen, met hen in betrekking stond. In eene
teekening, zich bevindende in het museum Stadel te
Frankfort a. M.meent men de oorspronkelijke schets terug
gevonden te hebben. Daarop bevindt zich ook het portret
van de echtgenoote van Constantijn Huygens, Susanna
van Baerle, van wie overigens geen ander portret
bekend schijnt, dan een miniatuur op jeugdigen
eenige jaren op eene veiling voor
waarvan thans het spoor is verloren.
de echtgenoote
Baerle, van
schijnt,
leeftijd, dat voor
kwam, maar