83
C'ONSTANTYN HUYGENS ALS CHRISTEN.
zondig
Op de Titel-Print voor Koren-bloeinen.
man m
Indien Huygens in onzen tijd had geleefd, men zou
hem allicht hebben ingedeeld bij een der vele „richtingen”
op godsdienstig gebied. Toch zou dit nooit met juistheid
geschieden, want hij was nu eenmaal geen dogmatische
persoonlijkheid. Integendeel, hij was, wat men noemt, een
schriftuurlijk christen en een man van practische vroom
heid, die den godsdienst niet naast het dagelijksche leven
plaatste, niet als een afzonderlijk terrein beschouwde
maar bij wien godsdienst en leven één warendie zich
in alles door hoogere beginselen liet leiden en het eeuwige
in het tijdelijke, de onvergankelijke dingen in de voorbij
gaande verschijnselen zochteen eeuwigheidsmensch en
die dit nooit uit ’t oog verloor. Hierin ligt de adel van
zijn karakter, hierin de eigenlijke verklaring van zijn
verdraagzaamheid jegens andersdenkendenalleen tegen
wat laag en zondig en wereldsch was, toonde hij zich
’k Heb tegen harde knoopen
Kracht en geduld gesteld en alom bij Gods hand
Door dwarsse distelen gebroken, zonder schand.
Nochtans hij heeft doorgezet en in menig opzicht zijn
doel bereikt. Inderdaad, de Gereformeerde kerk mag den
dankbaar aandenken houden, die niet te veel
zeide, toen hij dichtte;
Ik heb voor Land en Kerk standvastiglijk gezweet,
Gedaan wat menig man, niet alleman en weet
Gedaan wat weinigen (de dank staat nog te hopen)
Niet alleman en kon.