84 CONSTANTIN HUYGENS ALS CHRISTEN. Hij geloofde ten volle vrome Gereformeerden uit die dagen, be- van den bijbel. Hij had dien en vond daarin zijn geestelijk voedsel. Hij Het boek, flat God heeft willen sparen Tot onzer zielen licht van 1 waarin hij zijn over- i onzen tijd zijn, in voor alle tijden en onverdraagzaam. Mogen de vormen, waarin tuiging uitsprak, niet meer die van zijn leven blijft hij een voorbeeld menschen Evenals alle zat Huygens groote kennis goed gelezen leefde in toen wij niet en waren. aan de waarheid in den bijbel vervat en zonder eenige aarzeling sprak hij het uit De waarheid is er in, dat ’s klaarheid zonder vlek.n) Geen wonder, dat meer dan een dichtstuk van betee- kenis aan den bijbel is ontleend 2). Maar ook uit andere stukken, waarvan de onderwerpen niet bepaald bijbelsch waren, komt telkens zijn vertrouwdheid met de Schrift en zijn geloof hieraan uit. Beelden als van den potten bakker en het leem (Rom. 9 25), geschiedenissen als van den blindgeborene (Joh. 9), van Israels doortocht door de Roode Zee (Ex. 13), uitdrukkingen als: de Weg, de Waarhéid en het Leven (Joh. 14), keeren meermalen terug. 3) Dat over het algemeen de poësie dier dagen een schrif tuurlijk karakter droeg, vond zijn oorzaak niet in „de Hofwyck bl. 580. 2) Bibel-stoff; ook de berijming van enkele psalmen, waaronder die van Psalm 114 uitmunt; ’t begin der klachten Jeremiae; de Biddaghs- bede; de Schrift-matighe uytbreidingh der artyckelen onses gheloofs. zijn zooal niet allen uit den bijbel genomen, toch met den geest der Schrift doortrokken. 3) Zie Ooghen-troost verzen 15—25, 193. 247; Vita Propria enz.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 260