93
CONSTANTIN HUYGENS ALS CHRISTEN.
dankbaar lied. 3)
In een
Vreugd
Zoo zong hij,
Sneldicht IXe Boek 154.
2) Brief .aan Dorothea van Dorp.
3) Vita Propria I Boek.
te gaan en belang stellen in wat staat en wetenschap,
wat natuur en kunst, ook wat het alledaagsche leven
belangwekkends boden, zonder daaraan zijn hart te hechten.
Huygens was een
geloof' op alles een
waarde hem voor
hem geestelijk frisch
begonnen te grijzen
Jaren zijn geen ouderdom
altijd groene blom
en deugd en kan niet grijzen.
en nog op 84-jarigen leeftijd bezat hij
diezelfde opgeruimde stemming, die hem deed zeggen
Uit den weg ontijdig pruilen,
’t Leven is zoo kort een span.
Dat geloof gaf hem die veerkracht, dat vertrouwen
ook in zorgvolle dagen en bij een bewolkten hemel. Hij
wist, dat .de sorge Godts over ons is aller waegen. Als
wy maer kunnen vertrouwen en geloven, soo ist al wel.
Godt de Heer wilt ons bewaeren aen siel en aen lijf”.2)
Dat geloof vervulde hem met dankbaarheid aan God, aan
wien zijn eerste gedachte was bij elke gelukkige levens
ervaring. Als hij. van zijne reis naar Londen teruggekeerd,
zijn betrekkingen in welstand aantreft, dan stort zijn
hart zich uit in een lied
Den God, die ons beschermde
Gescheiden van elkaar, wijde ik een
practisch christen, in dien zin, dat zijn
zeker stempel zette. Dat geloof be-
al wat naar pessimisme zweemt, hield
en krachtig, zelfs toen de haren