125.
HET HUYGENS-HUIS IN HET VOOBHOUT.
Voor het huis stonden eenige hooge lindeboomen
„die groote lommer voor de son maeken, anders soutter
seer heet syn.”
In haar onmiddellijke nabijheid woonden nog verschil
lende bekenden. Zoo vinden wij in het Voorhout aan
denzelfden kant de woning van Arent van Dorp, hof
meester van den Prins, broeder van de reeds genoemde
Dorothea. Haar andere broeder, de kapitein-ter-zee Philips
van Dorp, de latere bekende admiraal, woonde in de
Lange H outstraat, aan de westzijde het laatste huis. Deze
beide broeders werden zwagers van Constantijn, daar
Arent in 1626 huwde met Ida, en Philips in 1631 met
haar zuster Sara van Baerle. Nog vinden wij aan de
noordzijde van het Voorhout Frangois Doublet, commis
saris van de Monstering. Aan de zuidzijde was het statig-
woonhuis van Francois van Aerssen, heer van Sommelsdijk
(zie p 122, n.) Van diens onbestorven weduwe met wie
de Huygensen intiem converseerden, kreeg Susanna Hoef
nagel nu en dan een extra berichtje over baar Constantijn.
(lom Valckenburch, die vroeger in Delft woonde, hield
nu zijn residentie op den Kneuterdijk aan de zuidzijde, in
het huis van den raadsheer Dimmer, enz. enz.
Reeds den 6en Mei had moeder Huygens aan Constan
tijn geschreven: „mij verlangt dat ge thuys compt om
ons fray huys te sien dat al de werelt soo wel aen staet".
maar zij moest nog tot 5 Juli wachten alvorens haar
Benjamin de ouderlijke woning weer betrad.
Hoe het Constanter in zijn nieuwe appartementen be
viel en hoe zijne moeder het verder maakte, kunnen wjj
houden werd en Maurits' er ’s avonds met de beide meisjes
heentöog, hadden zij „maer door de boomkens heen
te gaen” want „men siet hier van ons huys recht in
Casembroots huys.'