131 HET HUYGENS-HUIS IK HET VOORHOUT. d. over liet Hof van jaarlijks uit de goeden zoons goederen 150 en gulden. Het scheen evenwel „bestimmt in Gottes Rath” dat het geslacht Huygens in mannelijke linie moest uitsterven, want de kleinzoon en naamgenoot van Maurits overleed ongehuwd.") Zijn kleindochter Henriette Albertine Huygens, gehuwd met Johan Diederick van Berninckhuysen. Capitein ten dienste dezer landen, 3) kwam dus toen in het bezit van het huis in het Voorhout. Bij Berninckhuysen was het erfdeel der Huygensen in geen al te beste handen. Het gezin was, hetzij dooi' eigen schuld, hetzij door ongunstige tijdsomstandigheden, geducht in schulden geraakt. Catharina de Bergagne schijnt hare uitkeering ook al niet geregeld ontvangen te hebben, want den 16en De- 9 Op 30 Januari 1676 werd zijn opvolger benoemd. Zie Reg. Heerlijkheden in de prov. 2) De eenige achterkleinzoon van Constantyn. Lodewijk Huygens, sterft jils kind. Commissie als capitein 16 Augustus 1681: zie Commissieboek R. v. St. 1681—1691 fol. 104vs. 17e eeuw vinden wij als huurder vermeld Mr. Willem van den Broek, heer van Vrijhoeven. Het huis was in dien tijd evenwel van eigenaar veranderd. Christiaan Huygens, die 26 Oct. 1655 te Brussel met Johanna (Jeanne) Catharina de Bergagne nit ’s Hertogenbosch gehuwd was. liet bij zijn overlijden in 1676 2 kinderen na, een zoon en een dochter. De beide kinderen werden in het bezit van zijne erfenis gesteld, maar moesten hunne moeder eene jaarlijksche uitkeering doen. In 1679 was er quaestie die uitkeering ontstaan en werd bij sententie van Brabant dd. 25 September bepaald, dat zij ■en van hare toen nog minderjarige kinderen zoude trekken 250 gulden, te weten uit haar uit haar dochters goederen 100

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 307