140
HET HÜYGENS-HÜIS IN HET VOORHOUT.
!s-Gravenhage, Mei 1896.
Th. Morren.
den ouden
den tol, in
tevens ge-
woningen waarin hij als eigenaar gewoond heeft, zoo is
het toch wel eigenaardig dat dit huldebetoon plaats vindt
in het huis, waarin hij drie merkwaardige jaren uit zijn
leven heeft doorgebracht en waarin zijne moeder, die zoo
zeer met haar eigendom dweepte, en zijn broeder Maurits
geruimen tijd leefden en waar zij stierven.
Een volk is groot, dat zijne groote mannen eert. De
naam van Huygens is in ’t vorstelijk ’s Gravenhage reeds
vroeger vereeuwigd, en de Huygenspoort aan
Scheveningschen weg, ook na opheffing van
stand houdende, hebben onze vroede mannen
toond te begrijpen dat aan dit gienspunt der stad,
vooral, die naam eene beteekenis had. Thans zal men
ook een bescheiden monument plaatsen daar waar onze
beroemde landgenoot in engeren kring toefde en gelukkig
was. Het is eene attentie, die allereerst hare waarde ont
leent aan eene dankbare ontboezeming van het oud-
Hollandsch hart, dat warm klopt voor onze historie en
onze letterkunde.