155 HET HUIS VAN HUYGENS OP HET PLEIN. en heeft den volgenden „A la Haye oh il nous tarde fort de voir arriver de vos portraits Indiens mais bien plus des nouvelles de la santé de Vostre Excellence, qui avoit esté esbranslée, selon les derniers adviz.” De andere brief is niet minder belangrijk, vooral omdat hij gericht is aan den beroemden Vlaamschen schilder Petrus Paulus Rubens, die een klein jaar later, in den ouderdom van 63 jaar te Antwerpen overleed. Behalve de wereldvermaardheid van Rubens, en de onbetwistbare liefde van C. Huygens voor de kunst, en hare beoefenaars, zullen misschien de diplomatieke reizen van Rubens, voornamelijk aan het Engelsche Hof onder Karel I, niet vreemd zijn geweest aan de vriendschap pelijke verhouding van beide groote mannen. De brief is van 2 Juli 1639, en inhoud Monsieur. „Je pense m’acquiter d’une vielle debte, en vous offrant ces tailles douces. Au moins ma mémoire me semond d’un peu de mention que je vous ay faict autrefois de ce i) In den historisch-topographischen atlas van het G-emeente-Museum bevindt zich de compleete collectie van deze gravures, alsmede een paar aquarellen van het Huygenshuis. Van een der gravures is de koperen plaat bewaard gebleven. Daarop is de voorgevel gegraveerd, maar gedeeltelijk uitgeligt om het binnenste te kunnen zien. De koperen plaat is thans het eigendom van den lieer W. J. Huygens. Onder de vele vrienden, aan wie Huygens het stel gravures ten ge schenke zond, behoort ook de Balzac. Deze fransche schrijver der 17e eeuw antwoordde hem: En dépit du démon et de ses malices, voicy vos faveurs arrivées au port, après six mois de voyage, et je vous donne advis que j’ay receu, avec vostre belle lettre, le plan de vostre belle maison. Pour juger du mérite d’un ouvrage si achevé, il faudroit avoir des yeux plus scavants, que je ne les ay, et mieux purgez des vapeurs terrestres et de la barbarie de la province. II faudroit estre de Rome et non pas de ce Village.”

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 332