HUYGENS’ HOFWYCK TE VOORBURG.
(Met twee afbeeldingen).
De gunstige ligging van Voorburg in de onmiddellijk
nabijheid van de Hofstad heeft van oudsher vele inwoners
zoowel uit de residentie als uit de omliggende steden
Leiden en Delft, binnen hare grenzen gelokt, om op de
een of andere „plaisante hoffstede” in het rustig buiten
verpoozing te vinden van het woelige leven in de stad.
Vooral aan het einde van den 80-jarigen krijg, toen
de zegepralen van Frederik Hendrik den erfvijand tot een
eervollen vrede dwongen, was de zucht naar een kalm
plekje gronds een begrijpelijke reactie van de onrust in
de jaren, die voorafgegaan waren. De tijden waarin men
zich slechts veilig waande binnen de bemuurde veste der
steden, waren voorbij. Een tijdperk van' rust scheen te
zullen aanbreken. Handel en scheepvaart bloeiden. Uit de
beide Indiën werden jaarlijks schatten in het land gebracht.
De handel op Japan had in 1641. zijn hoogtepunt bereikt.
Alleen van de aldaar aangebrachte ladingen werd 8 millioen gulden ge
maakt, terwijl de uitvoer bedroeg 1400 kisten baar zilver. Volgens Kaempfer
vertegenwoordigde iedere kist een waarde van 1000 gulden.