Huygens’ hofwyck te voorburg.
165
Indien wij bij de „Wyckenbrug” onze trekschuit ver
laten, en de „Wyckenlaen” inslaan, zien wij aan beide
zijden aan den Vliet een groot buitenverblijf. Beide
hofsteden behoorden in 1646 nog aan den ridder Johan
van den Broeck, die het eene aan de W.Z. van de Wycken
laen in dat jaar verkocht aan Jacques de Grand Perrin,
Kapitein ten dienste dezer landen, die het drie jaren later
wederom verkoopt aan Judith Ongenae Pietersd1’.wed.
van den geleerden Jacob van Leeuwen (Jacobus Leeuwius)
predikant en doctor medicinae te Botterdam. Van haar
ging het in 1658 over aan Samuel Casembroot, oud-lui-
tenant-kolonel. De andere hofstede aan de O.Z., werd
door hem in 1646 verkocht aan Jacob van der Mast.
Aan het einde der Wyckenlaen links omslaande, komen
wij op den grooten heerweg tusschen Witsenburg en de
Vink, die ons naar het dorp voert. De meeste buitens
die wij aan den Vliet gezien hebben, strekken zich tot aan
den heerweg uit. Ten noorden daarvan, dus aan onze
rechterhand, passeeren wij wederom vele aanzienlijke hof
steden. Zoo o.a. .Vlijenburch”, hetwelk door Mr. Reinier
Pauw in 1637 verkocht werd aan Jhr. Johan de Mortagne,
geseyt Pottel, hofmeester van de H. M. Heeren Staten
Generaal, van wien het overging aan Reinier Casembroot,
commies van de Financiën der Vereenigde Nederlanden,
die het wederom in 1650 verkocht aan Barbara van
Hoochstraten, wede. van den commies Johan Schas. Verder
zien wij er nog de woning van Jacob v. d. Graeff, Hooge
Heemraad van Delfland, van Pieter van Groeneveltraad
en vroedschap van den Haag, eertijds behoord hebbende
aan Christiaen Rumpf, doctor medicinae van zijne Hoog
heid, gehd. met Agnes de Spina, en menig ander buiten.
In het dorp vinden wij aan de W.Z. van de Molelaan
Nu de uitspanning’ „Wykerbrug.”