169 HUYGENS1 HOFWYCK TE VOORBURG. i) Staat en administratie der goederen van Constantyn Huygens, heer van Zuilichem etc., met zijne eigen hand geschreven. H. S. uitgegeven door A. D. Schinkel 1842 p. 77. -) De ongelden.van het geheele perceel bedroegen als volgt: ..Verponding van all het land gerekent op 4 m. 3 hóndt. (twelck selfs naer de verkoopbrieven bedraeght 5.1.39 ende inderdaed weinigh min als 6 rn. sonde wesen) tegen 5 gl. 5 st. 25.8 Verponding van buys te Hofwyck 6. Mergengeldt ofte Sluysgeld, datsy rekenen op 4 M. 5 hondt a 1.16 8.14. Na. dit gaet op en neder naer den omslagh. Verponding van’t stalhuys 2.18. Impost op het besaeyde ende beplante land, dat sy nemen op 4 m. 3 hondt a 1 gld. 7 st. ’t mergen. datis. als de ordonn. spreekt 2 st. en een oortje ter inaend Memorie. Noch in 1653 voor de nieuwe sluis 30 st. per mergen.” Nicolaes Verloo, voor 1400 gld., tot vereeringhen 80 gld. plus onkosten 1216.” De geheele aankoop kwam Constantyn dus te staan op f 9498.921/,. 2) Hoewel Huygens voor den aanbouw van het huis, en den aanleg van bosch en park, nauwkeurige berekeningen en teekeningen had gemaakt, en met wiskunstige zekerheid iederen boom en elke struik eene plaats op het papier reeds aangegeven had, werd er toch met passen en meten niet te veel tijd versleten, want reeds in het voorjaar van 1640 werd de eerste spade in den grondgestoken, en in het najaar van 1641 was Hofwyck voltooid. De nauwkeurige eigenaar deelt ons nog mede dat hij „het onderhoudt van Hofwyck, huys, plantagie etc. besteedt (had) aen AU). Verschouw, gerichtsbode, op de conditiën begrepen in het contract daarvan sijnde voor 250 gulden sjaers, boven de wooninghe ofte huere van het stallhuysken, gekocht van Cornelis Claesz. Nestman”. Vervolgen wij onzen tocht, en laten wij op Hofwyck's grondgebied een kijkje nemen aan de hand van den gastheer, die gaarne aan iederen belangstellenden opmerker zijn 6fin telg” laat bewonderen. Het bosch ten noorden van den heerweg gelegen, ver-

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 347