177
12
HUYGENS’ HOFWYCK TE VOORBURG.
lijke tijdvak en onder Willem III bracht hij er den ge-
heelen zomer op door.
In 1661 moest Constanten voor vier jaren zijn Hofwyck
verlaten. Eene gewichtige zending was hem door Amalia
van Solms opgedragen. Den 7en October vertrok hij' met
zijn jongsten zoon naar Parijs om met Lodewijk XIV in
onde.rhandeling te treden over de teruggave van het Prins
dom Oranje. Hoezeer het groote Parijs met zijne beroemde
mannen op allerlei gebied een groote aantrekkingskracht
op Huygens uitoefende, scheidde hij toch noode van Hof
wyck, en na met schitterend succes zijn zending te hebben
volbracht, keerde hij innig dankbaar in het najaar van
1665 naar den Haag terug.
Drie jaren later leed hij een groot verlies door het
overlijden van zijne nicht Catharina Zuerius, 2) aan wie
hij gedurende 31 jaren het bestier der huishouding met
vertrouwen had kunnen overlaten.
Hofwyck was, als Huygens er op toefde, evenals het
Muidërslot een moderne Helikon. Hoe dikwijls zullen Cats,
Westerbaen, Hooft, Tesselschade, Van Baerle en zooveel
anderen daar een gastvrij onthaal gevonden hebben, en
in geestigen kout met den dichter hebben geredetwist!
Maar niet alleen de letterkundigen trok Hofwyck tot zich,
de groote staatslieden uit zijn eeuw, en de vele geleerden
uit het naburige Leiden, met wie Huygens bevriend was,
waren steeds welkome gasten.
Als er geen gasten zijn wijdt hij zich ongestoord
aan zijne lievelingsstudies. Vooral zijn laatste levens-
9 In het ..Register der ledematen en desselfs namen sooals die in liet
begin van den dienst Joh. Muntendam alhier gevonden zijn, na 23 Mei
1688”, komt het volgende voor
:t Westeynde. (van het dorp)
de heer van Suylicnem en Johanna de dienstmeid.
2) Zij sterft 29 Oct. 1668 te Breda.