181
een
Hij overleed op Hofwyck in den ouderdom van 66 jaar en werd 14
Juli te ’s-Gravenhage begraven.
2) Uitgegeven door A. D. Schinkel in zijn Nadere Bijzonderheden”,
p. 51 e.v.
HUYGENS’ HOFWYCK TE VOORBURG.
was het rustig buitenleven van groote beteekenis. Voor
den natuurkundige was die stille omgeving een uitge
zócht plekje om niet kalmte, ver van het gewoel der stad,
zich aan zijne speciale studiën te kunnen wijden.
Maar reeds den 8 Juli 1695 werd hij naar nog
vreedzamer gewesten opgeroepenzijn aardsch lustoord
ontnam hem de dood
Reeds in den winter van 1695 schijnt hij ernstig ziek
te zijn geweest, want in een codicil op zijn testament
van 23 Maart, verklaart hij „noch te legateren aen Grietie
de tuynmans zuster op Hofwyck, over goede diensten ge-
duyrende mijne siekten aen mij gedaen, een hondert guldens
boven hetgeen ick bij mijne testamentaire despositie hebbe
gemaekt.”
.Item aen Beliggie haer Moeder de somme van
hondert en vijftigh guldens.”
Uit zijn testament 2) blijkt dat hij al de schatten,
welikfe hij aan de Leidsche Universiteit legateerde, op Hof
wyck om zich heen had, en dat hij tot op het laatste
oogenblik toe zich met zijn geliefkoosde!) arbeid bezig hield.
Zoo lezen wij„,Myne schriften van mathematicque,
leggende meeste part in de onderste laeyen van mijn
grootste cabinet op Hoffwijck, bestaende in negen inge-
honde boecken met de letters van A tot I gemerckt,
En voorts in veel Tractaten, dien ick onder handen
hadde, Legateere ick aen de Accademie ofte Biblioteecq
van Leyden etc.”
„Ick Legaetere mede aen deselve Biblioteecq, de pac-
quetten daerop geschreeven staet Literae Doctorum off