182 HUYÖENS’ HOFWYCK TE VOORBURG. Hij werdt begraven te ’s-G-ravenhage 19 November 1697. 2) Zie Bijlage C. van liet Eruditorum leggende op een stoel in myn Cabinet op Hoffwijck, alsmede de Fransche Brieven van Mons1'. Leibnitz en den Marquis de 1’ Hospital, leggende int groote saker- dane Cabinet tot Hoffwijck in eene laeye apart, waer by sijn myne antwoorden; etc.” In een latere dispositie van 28 Maart staat nog: „Myne vaste goederen, ende andere die ick hebbe, sullen werden gevonden naar de verdeelinge gemaact wegens de nalatenschap van myn ouders, dewelcke beneffens het Testament leggen op Hoffwijck in een lade groote Cabinet en anders geen staat gemaakt.” Hofwijck verviel dus nu wederom aan na diens overlijden J), 2 jaren later, aan Lodewijk Huygens, gehuwd met Jacoba Teding Berkhout, was eerst drossaerd van Gorinchem en wegens deze stad gecommitteerd ad vitam ter admiraliteit te Rotterdam. Daar hij dus te Rotterdam verblijf' hield maakte hij evenmin als zijn broeder Constantyu gebruik van de hof stede. Hij heeft haar trouwens slechts twee jaren in 1 lezit gehad, daar hij 30 Juni 1699 te Rotterdam overleed, en den 6en Juli alhier begraven werd. Hadden Christiaan en Constantyu, gedurende den tijd dat zij Hofwijck bezaten, voor de hofstede bijzondere zorg gedragen en „deselve merkelijk gemelioreert ende verbetert gehadt”, 2) Lodewijk daarentegen had zich aan het onderhoud niets gelegen laten liggen. Hofwyck. met zooveel nauwgezetheid door den ouden vader aangelegd en onderhouden, en in zijn testament aan de zorg van zijn nageslacht opgedragen, had voor de kinderen Constantyu, en Lodewijk. i m 7 J van daarna

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 361