185
aanmerkelijk
HUYGENS’ HOFWYCK TE VOORBURG.
van Zuilicliem noemt, schijnt met diens heerlijkheid ook
de liefde voor Hofwyck geërfd te hebben.
Hij vergrootte en verfraaide zijn landgoed
door aankoop J) van een partij teelland met het bouwhuis
daarop staande, „van ouds genaampt het Voorhoff, groot
2 mergen, 4 hondert roeden, staende ende gelegen ten
oosten de hoffsteede Hoffwyck aan de zuijdzijde van de
heerestraet, helend ten westen de voornoemde hoffsteede
Hoffwyck ende ten noorden de gemelde heerestraat.”
Dit land was leenroerig aan den huize „De Werve.”
Van het „bouwhuys” werd door Huygens in 1734 een
Oranjerie gemaakt. Eveneens liet hij in hetzelfde jaar op
Hofwyck aan den straatweg een koepel zetten, welken hij
tot „Bibliotheecq-kamer” inrichtte.
Het bosch benoorden den heerweg, waarvoor hij minder
liefhebberij had. werd productief gemaakt. Achtereenvolgens
werden de schoone eiken en elzen gekapt en aan de
meestbiedenden verkocht. 2)
Een groote partij vruchtboomen werd insgelijks van
de hand gezet en in 1728 3) ruimt de heer van
Zuilicliem ook zijn moestuin op. De partij groenten,
daarin aanwezig, was niet onaanzienlijk en bracht 105 gld.
1) Deze'aankoop, waarvan in de Transport-registers van Voorburg geen
melding wordt gemaakt, moet in 1727 hebben plaats gehad. Zie Gaarboek
van de Ordinaris Verpondinge over Voorburg 17271733 p. 17, aldaar
ter Gemeente-secretarie berustende.
2) Zie Boelhuisboek van Voorburg, 22 Jan. 1721 en 23 November 1734.
„Ick segg’ het eew voor eew. Kinds-kinderen, laet staen,
En brandt of warmt u niet aen hout dat ick hiet waschen:
Ondanckbaer erffeniss en is niet af te waschen
Ten minsten moet hij doen het gheen de Sterver hiet,
Die ’t leven door hem kreegh en van syn’ sweet geniet”.
Hofwyck eerste uitg. p. 8.
3) 30 Juni als voren.