197
HUYGENS’ HOFWYCK TE VOOBBUBG.
aan de W. Z.,
woordige ingang werd weder aangelegd
waar hij eertijds ook was.
De koepel was wegens bouwvalligheid reeds vroeger
afgebroken.
Mr. Groen van Prinsterer had Hofwyck verhuurd. Na
zijn overlijden verviel het aan zijne echtgenoot, van wie
het in 1879 volgens testamentaire dispositie overging aan
hare behuwdnicht Vrouwe Jacqueline Adrienne Henriette
Hoffman, echtgenoote van den Heer Otto baron van
Wassenaer Catwijck. Voor den tweeden keer kwam
Hofwyck dus in bezit van het geslacht van Wassenaer,
nu evenwel van een geheel anderen tak dan waartoe de
echtgenoot van Susanna Louise Huygens behoorde.
Na overlijden van Mevrouw Van Wassenaer in 1889
werd Hofwyck aan hare nicht, de tegenwoordige eigenares,
Vrouwe E. H. M. Philipse, echtgenoote van Jhr. Mr.
B. C. de Jonge, aanbedeeld.
En zoo vinden wij, na 250 jaar, nogmaals den tocht
naar Hofwyck ondernemende, den toestand daar veel ver
anderd. De buitenverblijven aan den Vliet zijn aanmer
kelijk in aantal toegenomen, maar vele uit Huygens’ tijd
zijn verdwenen. En HofwyckDe dubbele Abee-
lenrij, aan den straatweg die Hofwyck in tweeën scheidde,
men vindt ze niet meer. Het bosch ten noorden van den
weg wordt voor het grootste gedeelte ingenomen door
het station en de spoorbaan, die eveneens het oostelijk
gedeelte van het park aan de zuidzijde van den weg af
snijdt. De stoom, de god dezer eeuw, heeft dat alles zoo
veranderd. Van de beide breede oprijlanen naar het woon
huis is de westelijke nog in- stand gebleven (d.w.z. in 1869
opnieuw aangelegd). Waar voorheen de oostelijke oprij
laan begon, staat nu het huis van Dr. Beguin ten N.O. van
de sociëteit.