huygens’ hofwyck te vooebubg.
200
Th. MORREN.
dat wij dachten aan te treffen, vinden wij nu het terrein,
voorzoover het nog aanwezig is, in een moestuin her
schapen. De vaart langs wandelende missen wij de iepenrij,
welke eertijds den oever beschermdeeveneens het „uytsitt
in de Vliet.” Het west-eiland verder opgaande, waarlangs
zich voorheen ten zuiden de kegelbaan uitstrekte, blijkt ’t
ons dat dit eveneens eene metamorphose heeft ondergaan.
Al schijnen de fundamenten van het huis langzamer
hand ondermijnd te worden, toch kan het oude gebouw,
volgens oordeel van deskundigen, na restauratie nog jaren
lang in stand blijven.
Ik kan mijne lezers een bedevaart naar Hofwyck aan
bevelen. Voor een heusche ontvangst van de zijde der
beminnelijke gastvrouw durf ik instaan, want Mevr, de
Wed. P. H van Overzee, die sinds 33 jaren het huis in
huur bewoont, en op haar 81 jarigen leeftijd Constantijn
Huygens zoowel in kracht en gezondheid als in welwil
lendheid evenaart, is steeds bereid iederen belangstellenden
bezoeker op haar geliefkoosd buiten rond te leiden.
Wanneer wij van het station komen en de spoorbaan
oversteken, zien wij aan onze linkerhand het hek. waarop
de naam „Hofwyck” prijkt. Op het verzoek van het Bestuur
van „die Haghe” is door den eigenaar aan de achterzijde
van het gebouw aan den Vliet een bord aangebracht,
waarop weer, evenals voorheen, met groote letters de naam
der plaats geschreven staat.
Mogen nog vele geslachten na ons Hofwyck kunnen
aanwijzen als de vroegere woonplaats van twee mannen
van Europeesche vermaardheid, aan wie ons land en niet
het minst ons geliefd 's-Gravenhage groote verplichtingen
heeft.
’s-Gbavenhage, Juli 1896.