202 BIJLAGE B. „Het leven van Constantyn Huygenè” (uitgave Loosjes), (uittreksel van bl. 112 en volgg.). Wijl ik van ’t levend kroost uit Huygens’ stam gewaag. Vertoont zich nog een telg, waarop ik glorie draag, Waar ’k steeds met vreugd van spreek, die Hofwyck wordt gelieeten. Ik zelve bragt die voort en heb mij zoo gekweten, Dat ik geen bijstand bij het baren noodig had. Ja Hofwyks landgoed, hoe gering en klein geschat. Is gansch en al het mijne: Ik zal zijne eer doen gelden. ’k Heb ’t eikenboseh gepoot op drooge hennepvelden, Daar ik een nieuwen berg, dien ’k opwierp uit het zand, Voor 't oog van iedereen met dennen heb beplant. HUYGENs’ HOFWYCK TE VOORBURG. beteren, hetzy by aenkoop van meer wel aengelegen Land, by aentimmering of anderssins, sulx ick, ter oorsaeck van ’s Lands enorme schattingen ende verscheyden andere zwarigheden my ter saecke van myn’ ongeluckige Geldersche Goederen overgekomen, gedwongen ben geweest naer te laten. Voorders, alsoo het voorsz. Goed niet anders en is opbrengende, als den jaerlyxen Houw van ’t Houtgewasch, daermede een’goede stercke familie, soo als de myne lang is geweest, alle jaer ruym ende ryckelyck kan gerieft werden, komende ondertusschen de Gagie van een goed Hovenier al te belopen ter somme van 250 gl. jaerlyeks, behalven de kosten van onderhoud ende reparatie, nevens de Verpondinge ende eenighe Rentiens daerop uytgaende, soo als by myne memoriën is te sien, sa! den possesseur in der tyd ten dien insichte onder sigh behouden uyt mynen Boedel eene Obligatie van 4000 gl. Capitael, om uyt den Interest derselve in ’t ghene voor soo vele te blyven gededomageert. welcke obli gatie diensvolgens buyten de voorz. gemeene scheidinge sal worden gehouden, ende als ten desen specialyck geaffecteert. Endtelick sal den prosesseur in der tyd het Bosch op Hofwyck ende insonderheyt de Eiken Boomen sorgvuldigh hebben te cul tiveren ende onderhouden, ende tot haere volkomen perfectie laten opwassen”.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 381