209 BEZWAREN, ENZ. en op- en nedergaande zandweg, het 14 schreven door Mr. D. Veegens in zijne Historische Studiën, dat het meer dan vermetelheid zou verraden te willen beproeven die geschiedenis nogmaals tot onderwerp van eene beschouwing te kiezen. Met het volgende wordt daarom slechts beoogd, bij de aanbieding van een afbeelding der „Caerte”, een oogenblik stil te staan bij de bezwaren, die door zwaartillende!! werden geopperd tegen het droombeeld, die zij vermoedelijk meenden te zien in het ontwerp van den dichter, en bij de gemoedsaandoeningen, die door die bezwaren en dooi de gelukkige einduitkomst bij hem zijn opgewekt geworden. Reeds in 1643 whs het denkbeeld bij Huygens tot rijpheid gekomen en ontwierp hij het plan. Hij wees op de eer, het voordeel en het vermaak, die van de uitvoering mochten worden tegemoet gezien, en betoogde dat het besef van elk van die drie winsten op zich zelve reeds voldoende moest zijn om spoedig tot de uitvoering van zijn plan te doen besluiten. Hij beproefde zelfs den plaatselijken naijver te prikkelen door te wijzen op den luister, dien de stad van Delft genoot, doordien zij met een schoonen vliet aan Delfshaven gehecht was, en zich alzoo tot de Maas uit strekte. Op soortgelijke wijze moest de Haag met de zee worden verbonden, ten einde spoedig het veer te kunnen be reiken van Scheveningen op Engeland, Frankrijk en Zeeland. Vonden zijne redenen bij enkelen ingang: zij, die voor namelijk er het oor aan moesten leenen, bleven doof. „Het roerde sommigen, die "k mede scheen te slepen: Maar waar het gelden moest, daar werd het niet begrepen.'' Het ontwerp was toch niet luchtig in elkander gezet, maar integendeel, zelfs met raadpleging van deskundigen, goed overwogen. De kronkelende,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1897 | | pagina 388