228
BEZWAREN, ENZ.
„En ’t sprekende papier werd zoo beleefd onthaald,
Als vriendelijk verschaftdaar was ik mee betaald.”
Ongetwijfeld is de uitvoering van het werk bespoedigd
door de kennisneming van de papieren, die de vruchten
waren van het langdurig onderzoek, en den wakkeren strijd.
Eene inzage zou ook thans nog zeer gewenscht zijn even
zeer als van de bescheiden, naar welke het werk werd
uitgevoerd.
Ongelukkigerwijze is het kastje, waarin de stukken
van de Scheveningse straetwegh” bewaard werden, en
waarnaar in de Rekeningen van den Rentmeester van
Noordholland verwezen wordt, in het Rijksarchief niet
aanwezig of bekend waar het gebleven is.
Uit die Rekeningen, folio 340, blijkt alleen van de af
rekening, die tusschen de beiden cooperators, na voltooiing
van het werk, den 16'len November 1665, plaats had.
Het had gekost 61740 pd. 9 sch. 9 d. en ieders aan
deel was dus 30870 pd. 4 sch. 10’/2 d.
Een pond gelijk stellende aan een gulden, een schelling
aan vijf cent en een denier of penning aan ]/12 van een
schelling is alzoo de totale uitgaaf geweest 61740.48.
Dit cijfer gaat de raming van Huygens’ belangrijk te
"boven. Hij had nog wel van „een der kloekste meesters
voor zulk werk,” echter overleden toen hij zijn ontwerp
uitwerkte, vernomen, dat de vierkante roede bestrating,
met de reeds beschreven klinkerts, met arbeid, steen en
hout zou moeten kosten 12 gulden.
Met het hout had hij de scheepsplanken met paaltjes
op het oog, tusschen welke hij de bestrating wilde in
sluiten, in plaats van tusschen kantlagen, zooals thans
gebruikelijk is.
De straat moest twee roeden breed worden, evenals de
straten in ’t Voorhout, en niet smaller, al mocht men