O QO
dan van
BEZWAREN, ENZ.
De vreugde over de heerlijke zeestraat zou
korten duur zijn geweest.
Aan den wensch om die ongerustheid voor goed weg
te nemen hebben wij blijkbaar het ontstaan van de „Caerte”
te danken.
Daarop is in het lengteprofil duidelijk aangewezen, dat
van het Hooge Klif genoeg onafgegraven is gebleven, om,
bij het onverhoopte voorkomen van de ramp der doorbraak
van het buitenduin, het instroomende zeewater voldoende
te keeren.
Het buitenduin heeft eene
(6.38 M.) boven Delflandspeil.
Het voor den straatweg afgegraven Hooge Klif is hoog
20 vt. (6.28 M.) boven D. P., en heeft voldoende hoogte
behouden om den hoogen vloed van 1665, die op de
Caerte” is afgebeeld. maar waarvan de hoogte niet scherp
is aangewezen, met alle zekerheid te keeren. Ook de
stormvloed van 2223 December 1894. die te Scheveningen
de hoogte van 3.95 +- D. P. bereikte, en aan den Hoek
van Holland, verder zuidwaarts en vermoedelijk ook te
Scheveningen hooger.was dan die van 1825, zou bij on
verhoopte doorbraak van het duin er door gekeerd zijn
geworden.
Zelfs de hoogte Van den verschrikkelijken Allerheiligen
vloed, volgens het welbekende vers (Haagsch Jaarboekje
van 1896 blz. 196) 3 voet en 2 duim in de kerk te
Scheveningen boven den vloer, die bevonden is 3.405 M.
boven D.P. te liggen, eene vloedhoogte dus volgens dat
vers van 4.40 M. D.P.. zou door het Hooge Klif
ondanks de afgraving nog even gemakkelijk gekeerd zijn
geworden als in 1570 geschied was vóór de verlaging
van het Hooge Klif.
De hoogte is in den loop der tijden bij de Promenade
hoogte van 20 vt. 4 d.